Verb | Related Translations | Other Translations |
ausräumen
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
afdekken; afruimen; bergen; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; uithalen; uitmesten; uitruimen
|
beseitigen
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
afdanken; afdekken; afnemen; afruimen; afzonderen; demonteren; ecarteren; klusje opknappen; klussen; lichten; ontmantelen; onttakelen; opruimen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
|
entfernen
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
afdanken; afhalen; afnemen; afzonderen; demonteren; ecarteren; lichten; meenemen; ontmantelen; onttakelen; ophalen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
|
evakuieren
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
|
fortschaffen
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
aanrekenen; aanwrijven; afnemen; afvoeren; afzonderen; berispen; beschuldigen; blameren; demonteren; ecarteren; gispen; laken; lichten; meedragen; nadragen; ontmantelen; onttakelen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; wegbrengen; wegdoen; wegdragen; weghalen; wegnemen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; wegwerken
|
räumen
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
demonteren; ontmantelen; onttakelen; ruimen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen
|
wegschaffen
|
evacueren; leegruimen; ontruimen
|
aanrekenen; aanwrijven; afnemen; afvoeren; afzonderen; berispen; beschuldigen; blameren; demonteren; ecarteren; gispen; laken; lichten; meedragen; nadragen; ontmantelen; onttakelen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; wegbrengen; wegdoen; wegdragen; weghalen; wegmaken; wegnemen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; wegwerken; zoek maken; zoekmaken
|