Noun | Related Translations | Other Translations |
Einzelwesen
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
eenling; enkeling; individu; mens; persoon; sterveling; wezen
|
Figur
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
beeldje; debiel; figuur; flapdrol; gedaante; gek; gestalte; idioot; imbeciel; individu; lichaamslijn; lichaamspostuur; mafkees; mafketel; mafkikker; personage; postuur; silhouet; type; verschijning; vorm; waanzinnige; zot
|
Gestalt
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
aangezicht; aanzien; buitenkant; butler; conditie; figuur; gedaante; gelaat; gestalte; herenknecht; iemand zijn uiterlijk; individu; kamerbediende; kamerdienaar; lichaamspostuur; mens; persoon; postuur; sterveling; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wezen
|
Mensch
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; individu; mafkees; mafketel; mafkikker; mens; menselijk wezen; persoon; sterveling; waanzinnige; wezen; zot
|
Menschenkind
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
individu; mens; menselijk wezen; persoon; sterveling; wezen
|
Person
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
figuur; individu; mens; menselijk wezen; personage; persoon; sterveling; wezen
|
Wesen
|
iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
|
aard; essentie; figuur; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; individu; inslag; karakter; kern; mens; mentaliteit; midden; natuur; personage; persoon; sterveling; temperament; wezen
|