Summary


Dutch

Detailed Translations for misdrukken from Dutch to German

misdrukken:

misdrukken verbe (misdruk, misdrukt, misdrukte, misdrukten, misdrukt)

  1. misdrukken (verkeerd drukken)
    verdrucken; falsch abdrukken

Conjugations for misdrukken:

o.t.t.
  1. misdruk
  2. misdrukt
  3. misdrukt
  4. misdrukken
  5. misdrukken
  6. misdrukken
o.v.t.
  1. misdrukte
  2. misdrukte
  3. misdrukte
  4. misdrukten
  5. misdrukten
  6. misdrukten
v.t.t.
  1. heb misdrukt
  2. hebt misdrukt
  3. heeft misdrukt
  4. hebben misdrukt
  5. hebben misdrukt
  6. hebben misdrukt
v.v.t.
  1. had misdrukt
  2. had misdrukt
  3. had misdrukt
  4. hadden misdrukt
  5. hadden misdrukt
  6. hadden misdrukt
o.t.t.t.
  1. zal misdrukken
  2. zult misdrukken
  3. zal misdrukken
  4. zullen misdrukken
  5. zullen misdrukken
  6. zullen misdrukken
o.v.t.t.
  1. zou misdrukken
  2. zou misdrukken
  3. zou misdrukken
  4. zouden misdrukken
  5. zouden misdrukken
  6. zouden misdrukken
diversen
  1. misdruk!
  2. misdrukt!
  3. misdrukt
  4. misdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

misdrukken [de ~] nom, pluriel

  1. de misdrukken (zetfouten)
    der Setzfehler; die Fehldrucke; der Satzfehler

Translation Matrix for misdrukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fehldrucke misdrukken; zetfouten
Satzfehler misdrukken; zetfouten
Setzfehler misdrukken; zetfouten
VerbRelated TranslationsOther Translations
falsch abdrukken misdrukken; verkeerd drukken
verdrucken misdrukken; verkeerd drukken verdrukken

Related Words for "misdrukken":


misdrukken form of misdruk:

misdruk [de ~ (m)] nom

  1. de misdruk (zetfout)
    der Fehldruck

Translation Matrix for misdruk:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fehldruck misdruk; zetfout

Related Words for "misdruk":