Adjective | Related Translations | Other Translations |
schwer
|
|
groots; grootschalig; reuze
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
forsch
|
massief; niet hol
|
beslist; besluitvaardig; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; potig; resoluut; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vastberaden; vief; vol fut
|
hart
|
massief; niet hol
|
barbaars; beestachtig; bikkelhard; bitter teleurgesteld; bruut; erg; fel; hard; hardop; heftig; hevig; ijzerhard; inhumaan; keihard; krachtig; luid; meedogenloos; monsterlijk; onbeheerst; ondragelijk; onmenselijk; onstuimig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onverdraagbaar; onvermurwbaar; oorverdovend; rakelings; staalhard; steenhard; ternauwernood; verbitterd; wreed
|
klotzig
|
massief; niet hol
|
|
kräftig
|
massief; niet hol
|
betrouwbaar; breed; daadkrachtig; degelijk; deugdelijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levendig; met een krachtige uitwerking; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; uit de kluiten gewassen; vief; vol fut
|
massiv
|
massief; niet hol
|
|
robust
|
massief; niet hol
|
betrouwbaar; breed; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; fors; potig; robuust; solide; stabiel; sterk; stevig; stevig gebouwd; uit de kluiten gewassen
|
schwer
|
massief; niet hol
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; afgezaagd; agressief; beduidend; behoorlijk; beklemmend; delicaat; dikwijls; ellendig; enorm; flink; fors; frequent; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; machtig; meermaals; melig; menigmaal; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; netelig; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; regelmatig; rot; ruw; saai; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vaak; veelvuldig; vervelend; zwaar
|
stabil
|
massief; niet hol
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; robuust; solide; stabiel; stationair; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
stark
|
massief; niet hol
|
agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
|
stramm
|
massief; niet hol
|
behoorlijk; danig; duchtig; ferm; flink; fysiek sterk; houterig; krachtig; sterk; stevig; stijf; stijve; strak; strakgespannen; stram; stroef
|
stämmig
|
massief; niet hol
|
ferm; flink; fors; fysiek sterk; gespierd; krachtig; potig; sterk; stevig; stoer
|