Dutch
Detailed Translations for nijgen from Dutch to German
nijgen:
-
nijgen
verneigen; sich verneigen-
sich verneigen verbe (verneige mich, verneigst dich, verneigt sich, verneigte sich, verneigtet euch, sich verneigt)
Conjugations for nijgen:
o.t.t.
- nijg
- nijgt
- nijgt
- nijgen
- nijgen
- nijgen
o.v.t.
- neeg
- neeg
- neeg
- negen
- negen
- negen
v.t.t.
- ben genegen
- bent genegen
- is genegen
- zijn genegen
- zijn genegen
- zijn genegen
v.v.t.
- was genegen
- was genegen
- was genegen
- waren genegen
- waren genegen
- waren genegen
o.t.t.t.
- zal nijgen
- zult nijgen
- zal nijgen
- zullen nijgen
- zullen nijgen
- zullen nijgen
o.v.t.t.
- zou nijgen
- zou nijgen
- zou nijgen
- zouden nijgen
- zouden nijgen
- zouden nijgen
diversen
- nijg!
- nijgt!
- genegen
- nijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for nijgen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
sich verneigen | nijgen | buigen; eer betuigen; eerbied tonen |
verneigen | nijgen | buigen; eer betuigen; krommen; welven |