Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate omgevingen

Translate omgevingen from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

omgevingen:
- Umgebungen
omgeving:
- Umgebung; Umwelt; Gegend
Wiktionary:
- omgeving → Umgebung
- omgeving → Umwelt, Umgebung, Sphäre, Bereich, Nachbarschaft, Begegnung, Verhältnis, Zusammenhang, Eingang, Eintritt, Annahme, Aufnahme, Zusage, Entgegennahme, Empfang, Akzept, Milieu, Umfeld, Kugel

Dutch

Detailed Translations for omgevingen from Dutch to German

omgevingen:

omgevingen [de ~] nom, pluriel

de omgevingen
die Umgebungen
- Umgebungen [die ~] nom

Translation Matrix for omgevingen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Umgebungen	omgevingen

Related Words for "omgevingen":

omgeving

omgeving:

omgeving [de ~ (v)] nom

de omgeving (omstreek; omtrek)
die Umgebung; die Umwelt; die Gegend
- Umgebung [die ~] nom
- Umwelt [die ~] nom
- Gegend [die ~] nom
de omgeving
die Umgebung
- Umgebung [die ~] nom

Translation Matrix for omgeving:

Noun	Related Translations	Other Translations
Gegend	omgeving; omstreek; omtrek	gebied; gewest; gordel; gouw; hoek; landstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
Umgebung	omgeving; omstreek; omtrek	buurt; nabijheid; omstreken; rayon; rayon van een bedrijf
Umwelt	omgeving; omstreek; omtrek	leefmilieu; leefomgeving; milieu
-	omtrek

Related Words for "omgeving":

omgevingen

Synonyms for "omgeving":

omtrek

Related Definitions for "omgeving":

groep mensen met wie je omgaat¹
- er zijn geen vrienden in zijn omgeving¹
gebied om iets heen¹
- de omgeving van Amsterdam is heel rustig¹

Wiktionary Translations for omgeving:

omgeving

noun

de nabijheid
- omgeving → Umgebung

Cross Translation:

From	To	Via
• omgeving	→ Umwelt; Umgebung	↔ environment — area around something
• omgeving	→ Sphäre; Bereich	↔ sphere — region in which something or someone is active
• omgeving	→ Umgebung	↔ surroundings — area surrounding someone or something
• omgeving	→ Nachbarschaft; Umgebung	↔ vicinity — neighbourhood, or the nearby region
• omgeving	→ Begegnung; Verhältnis; Zusammenhang; Eingang; Eintritt; Annahme; Aufnahme; Zusage; Entgegennahme; Empfang; Akzept	↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
• omgeving	→ Umwelt; Milieu	↔ environnement — À trier
• omgeving	→ Umfeld; Umgebung	↔ milieu — Élément propre à la vie d’un être
• omgeving	→ Kugel; Sphäre	↔ sphère — géométrie\|fr surface dans l’espace à trois dimensions dont tous les points sont situés à une même distance d’un point appelé centre.

¹Muiswerk Woordenboek