Dutch
Detailed Translations for omlaagduwen from Dutch to German
omlaagduwen:
-
omlaagduwen (naar beneden duwen)
hinunterstossen; hinunterdrücken-
hinunterstossen verbe
-
hinunterdrücken verbe (drücke hinunter, drückst hinunter, drückt hinunter, drückte hinunter, drücktet hinunter, hinuntergedrückt)
-
Conjugations for omlaagduwen:
o.t.t.
- duw omlaag
- duwt omlaag
- duwt omlaag
- duwen omlaag
- duwen omlaag
- duwen omlaag
o.v.t.
- duwde omlaag
- duwde omlaag
- duwde omlaag
- duwden omlaag
- duwden omlaag
- duwden omlaag
v.t.t.
- heb omlaaggeduwd
- hebt omlaaggeduwd
- heeft omlaaggeduwd
- hebben omlaaggeduwd
- hebben omlaaggeduwd
- hebben omlaaggeduwd
v.v.t.
- had omlaaggeduwd
- had omlaaggeduwd
- had omlaaggeduwd
- hadden omlaaggeduwd
- hadden omlaaggeduwd
- hadden omlaaggeduwd
o.t.t.t.
- zal omlaagduwen
- zult omlaagduwen
- zal omlaagduwen
- zullen omlaagduwen
- zullen omlaagduwen
- zullen omlaagduwen
o.v.t.t.
- zou omlaagduwen
- zou omlaagduwen
- zou omlaagduwen
- zouden omlaagduwen
- zouden omlaagduwen
- zouden omlaagduwen
en verder
- ben omlaaggeduwd
- bent omlaaggeduwd
- is omlaaggeduwd
- zijn omlaaggeduwd
- zijn omlaaggeduwd
- zijn omlaaggeduwd
diversen
- duw omlaag!
- duwt omlaag!
- omlaaggeduwd
- omlaagduwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omlaagduwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hinunterdrücken | naar beneden duwen; omlaagduwen | neerdrukken; omlaagdrukken |
hinunterstossen | naar beneden duwen; omlaagduwen | afstoten; eraf duwen; eraf gooien; eraf werpen; erafschoppen; omduwen; omstoten; omverstoten |