Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate omleggen

Translate omleggen from Dutch to German

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. omleggen:

Dutch

Detailed Translations for omleggen from Dutch to German

omleggen:

omleggen verbe (leg om, legt om, legde om, legden om, omgelegd)

  1. omleggen
    umlegen
    • umlegen verbe (lege um, legst um, legt um, legte um, legtet um, umgelegt)

Conjugations for omleggen:

o.t.t.
  1. leg om
  2. legt om
  3. legt om
  4. leggen om
  5. leggen om
  6. leggen om
o.v.t.
  1. legde om
  2. legde om
  3. legde om
  4. legden om
  5. legden om
  6. legden om
v.t.t.
  1. heb omgelegd
  2. hebt omgelegd
  3. heeft omgelegd
  4. hebben omgelegd
  5. hebben omgelegd
  6. hebben omgelegd
v.v.t.
  1. had omgelegd
  2. had omgelegd
  3. had omgelegd
  4. hadden omgelegd
  5. hadden omgelegd
  6. hadden omgelegd
o.t.t.t.
  1. zal omleggen
  2. zult omleggen
  3. zal omleggen
  4. zullen omleggen
  5. zullen omleggen
  6. zullen omleggen
o.v.t.t.
  1. zou omleggen
  2. zou omleggen
  3. zou omleggen
  4. zouden omleggen
  5. zouden omleggen
  6. zouden omleggen
en verder
  1. ben omgelegd
  2. bent omgelegd
  3. is omgelegd
  4. zijn omgelegd
  5. zijn omgelegd
  6. zijn omgelegd
diversen
  1. leg om!
  2. legt om!
  5. omgelegd
  6. omleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omleggen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
umlegen omleggen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0186 seconds
Page rendered in 1.0 seconds