Dutch

Detailed Translations for onomwonden from Dutch to German

onomwonden:


Translation Matrix for onomwonden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
treu trouw zijn aan
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
offen cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk benaderbaar; contemplatief; eerlijk; frank; genaakbaar; genereus; goedgeefs; gul; ledig; leeg; mild; niet beschroomd; niet dicht; onbedeesd; onbeschroomd; onbewoond; onbezet; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; ronduit; royaal; ruimhartig; scheutig; stoutmoedig; toegankelijk; vrijgevig; vrijmoedig; vrijpostig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aufrichtig cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk braaf; contemplatief; eerlijk; fair; met open vizier; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit
fair cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan billijk; eerlijk; fair; geschikt; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; redelijk; ronduit; schappelijk; sportief
fein cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan aangenaam; aardig; armzalig; behaaglijk; bijzonder aangenaam; breekbaar; broos; chic; decoratief; delicaat; dun; eerlijk; elegant; esthetisch; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; geraffineerd; gracieus; iel; ijl; karig; krakkemikkig; kwetsbaar; leuk; lief; mager; modieuze verfijning; open; oprecht; plezant; plezierig; pover; prettig; rank; rechtschapen; schamel; schraal; sierlijk; slank; slank en smal; slap; smaakvol; stijlvol; subtiel; sympathiek; teder; teer; tenger; van geringe dichtheid; verfijnd; wankel; zwak
freigegeben cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan onbewoond; opengesteld; vrijgegeven
freimütig onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk koen; kranig; manmoedig; met open vizier; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onbeschroomd; onbevangen; onbevreesd; onverholen; onverschrokken; onvervaard; rondborstig; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig
geradeheraus cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk contemplatief; echt; eerlijk; gulweg; menens; met open vizier; onverholen; open; openlijk; oprecht; platweg; rechtschapen; rondborstig; ronduit
gerecht cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan eerlijk; fair; gegrond; geldig; open; oprecht; rechtschapen; valide
geöffnet cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan aangebroken; geopend; opengemaakt
herzlich cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan aangenaam; aardig; amicaal; attent; barmhartig; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; diep; gelijkmoedig; genaderijk; genereus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; gul; hartelijk; hulpvaardig; innig; intens; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; mild; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; royaal; ruimhartig; rustig; scheutig; sereen; sympathiek; van harte; vergevend; voorkomend; vriendelijk; vriendschappelijk; vrijgevig; welgemeend; zachtaardig
offenherzig cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk eerlijk; open; oprecht; rechtschapen
pur cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan echt; eerlijk; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; maagdelijk; netjes; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; onversneden; onvervalst; open; oprecht; pure; puur; rechtschapen; rechttoe; regelrecht; ronduit; virginaal; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rein cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; natuurlijk; net; netjes; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbesmet; onbevlekt; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; onverzwakt; proper; pure; puur; rechttoe; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
rundheraus onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk absoluut; beslist; botweg; contemplatief; gewoonweg; gladaf; klinkklaar; met open vizier; onverholen; openlijk; platweg; puur; regelrecht; rondborstig; ronduit; stellig; zeker
treu cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan getrouw; loyaal; trouw
treugesinnt cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan eerlijk; getrouw; loyaal; open; oprecht; rechtschapen; trouw
treuherzig cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan eerlijk; open; oprecht; rechtschapen
unumwunden onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit
unverblühmt cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan
unverblümt cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit direct; ongezouten
unverfälscht cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan echt; gaaf; gewoonweg; heus; klinkklaar; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; onversneden; onvervalst; pure; puur; rechttoe; regelrecht; ronduit; virginaal; werkelijk; zuiver; zuivere
unverhohlen cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk met open vizier; onverholen; rondborstig
öffentlich cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan openbaar; ploertig; publiek

Related Words for "onomwonden":

  • onomwondene

Wiktionary Translations for onomwonden:


Cross Translation:
FromToVia
onomwonden offenbar; offensichtlich apparently — plainly