Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onzin verkopen:


Dutch

Detailed Translations for onzin verkopen from Dutch to German

onzin verkopen:

onzin verkopen verbe (verkoop onzin, verkoopt onzin, verkocht onzin, verkochten onzin, onzin verkocht)

  1. onzin verkopen (onzin uitkramen; raaskallen; kletsen; ijlen; wartaal spreken)
    quatschen; schwätzen; phantasieren; faseln; Unsinn reden; irre reden
    • quatschen verbe (quatsche, quatschst, quatscht, quatschte, quatschtet, gequatscht)
    • schwätzen verbe (schwätze, schwätzt, schwätzte, schwätztet, geschwätzt)
    • phantasieren verbe (phantasiere, phantasierst, phantasiert, phantasierte, phantasiertet, phantasiert)
    • faseln verbe (fasle, faselst, faselt, faselte, faseltet, gefaselt)
    • Unsinn reden verbe (rede Unsinn, redest Unsinn, redet Unsinn, redete Unsinn, redetet Unsinn, Unsinn geredet)
    • irre reden verbe

Conjugations for onzin verkopen:

o.t.t.
  1. verkoop onzin
  2. verkoopt onzin
  3. verkoopt onzin
  4. verkopen onzin
  5. verkopen onzin
  6. verkopen onzin
o.v.t.
  1. verkocht onzin
  2. verkocht onzin
  3. verkocht onzin
  4. verkochten onzin
  5. verkochten onzin
  6. verkochten onzin
v.t.t.
  1. heb onzin verkocht
  2. hebt onzin verkocht
  3. heeft onzin verkocht
  4. hebben onzin verkocht
  5. hebben onzin verkocht
  6. hebben onzin verkocht
v.v.t.
  1. had onzin verkocht
  2. had onzin verkocht
  3. had onzin verkocht
  4. hadden onzin verkocht
  5. hadden onzin verkocht
  6. hadden onzin verkocht
o.t.t.t.
  1. zal onzin verkopen
  2. zult onzin verkopen
  3. zal onzin verkopen
  4. zullen onzin verkopen
  5. zullen onzin verkopen
  6. zullen onzin verkopen
o.v.t.t.
  1. zou onzin verkopen
  2. zou onzin verkopen
  3. zou onzin verkopen
  4. zouden onzin verkopen
  5. zouden onzin verkopen
  6. zouden onzin verkopen
diversen
  1. verkoop onzin!
  2. verkoopt onzin!
  3. onzin verkocht
  4. onzin verkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onzin verkopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Unsinn reden ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken
faseln ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken babbelen; bazelen; communiceren; een conversatie hebben; etteren; griepen; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; klieren; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lallen; leuteren; morren; murmeren; ontevreden mompelen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zeiken; zwammen
irre reden ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken
phantasieren ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken bedenken; beschouwen; bespiegelen; fantaseren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden
quatschen ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken babbelen; communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; leuteren; lullen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
schwätzen ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; wartaal spreken babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lullen; praten; protesteren; snateren; spreken; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen

Related Translations for onzin verkopen