Summary
Dutch to German: more detail...
- oplichten:
-
Wiktionary:
- oplichten → aufheben, beschwindeln, betrügen, prellen, aufhellen, aufleuchten, ausbleichen, lüften, lüpfen
- oplichten → bieten, herausstellen, besonders, darbieten, aufweisen, betrügen, beschwindeln
Dutch
Detailed Translations for oplichten from Dutch to German
oplichten:
-
oplichten (flitsen; lichten)
blitzen; aufleuchten-
aufleuchten verbe (leuchte auf, leuchtest auf, leuchtet auf, leuchtete auf, leuchtetet auf, aufgeleuchtet)
-
oplichten (besodemieteren; afzetten; misleiden; bedriegen; zwendelen; beduvelen; belazeren; bedonderen)
beschwindeln; hereinlegen; verarschen-
beschwindeln verbe (beschwindele, beschwindelst, beschwindelt, beschwindelte, beschwindeltet, beschwindelt)
-
hereinlegen verbe
-
-
oplichten (lichter worden van kleur)
ausbleichen-
ausbleichen verbe
-
-
oplichten (bedrogen worden; afzetten; flessen)
Conjugations for oplichten:
o.t.t.
- licht op
- licht op
- licht op
- lichten op
- lichten op
- lichten op
o.v.t.
- lichtte op
- lichtte op
- lichtte op
- lichtten op
- lichtten op
- lichtten op
v.t.t.
- heb opgelicht
- hebt opgelicht
- heeft opgelicht
- hebben opgelicht
- hebben opgelicht
- hebben opgelicht
v.v.t.
- had opgelicht
- had opgelicht
- had opgelicht
- hadden opgelicht
- hadden opgelicht
- hadden opgelicht
o.t.t.t.
- zal oplichten
- zult oplichten
- zal oplichten
- zullen oplichten
- zullen oplichten
- zullen oplichten
o.v.t.t.
- zou oplichten
- zou oplichten
- zou oplichten
- zouden oplichten
- zouden oplichten
- zouden oplichten
en verder
- ben opgelicht
- bent opgelicht
- is opgelicht
- zijn opgelicht
- zijn opgelicht
- zijn opgelicht
diversen
- licht op!
- licht op!
- opgelicht
- oplichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
oplichten (lichter worden)
Translation Matrix for oplichten:
Related Definitions for "oplichten":
Wiktionary Translations for oplichten:
oplichten
Cross Translation:
verb
oplichten
-
van de bodem opheffen
- oplichten → aufheben
-
met bedrog iemand geld afhandig maken
- oplichten → beschwindeln; betrügen; prellen
-
helder worden, meer licht gaan geven
- oplichten → aufhellen; aufleuchten; ausbleichen; lüften; lüpfen
verb
-
die Rechnung in einem Restaurant nicht bezahlen
-
jemandem falsche Tatsachen vorspiegeln und daraus persönliche (geschäftliche) Vorteile ziehen
-
jemandem absichtlich und böswillig die Unwahrheit sagen
-
etwas nehmen, aufnehmen (was auf dem Boden liegt)
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oplichten | → bieten; herausstellen; besonders; darbieten; aufweisen | ↔ feature — ascribe the greatest importance |
• oplichten | → betrügen | ↔ scam — to defraud or embezzle |
• oplichten | → beschwindeln | ↔ swindle — to defraud someone |
External Machine Translations: