Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate opwelling

Translate opwelling from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

opwelling:
- Anwandlung; Impuls; Reiz; Einfall; Laune; Anregung; Anreiz; Anstoß; Andrang; Stimulanz
Wiktionary:
- opwelling → Antrieb, Trieb
- opwelling → Andrang, Andrift, Antrieb, Impuls, Trieb

Dutch

Detailed Translations for opwelling from Dutch to German

opwelling:

opwelling [de ~ (v)] nom

de opwelling (bevlieging; vlaag; aanval)
die Anwandlung
- Anwandlung [die ~] nom
de opwelling (luim; impuls; prikkel)
der Impuls; der Reiz; der Einfall; die Laune; die Anregung; der Anreiz; der Anstoß; der Andrang; Stimulanz
- Impuls [der ~] nom
- Reiz [der ~] nom
- Einfall [der ~] nom
- Laune [die ~] nom
- Anregung [die ~] nom
- Anreiz [der ~] nom
- Anstoß [der ~] nom
- Andrang [der ~] nom
- Stimulanz [das ~] nom

Translation Matrix for opwelling:

Noun	Related Translations	Other Translations
Andrang	impuls; luim; opwelling; prikkel	aandrang; beroering; drang; drukte; geraas; heibel; heksenketel; herrie; het toestromen; het toevloeien; instroming; instroom; kabaal; lawaai; leven; oploopje; opschudding; pandemonium; rumoer; samenkomst; spektakel; toeloop; toestroom; tumult
Anregung	impuls; luim; opwelling; prikkel	aandriften; aanmoediging; aansporing; animering; driften; impuls; instigatie; instigaties; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering
Anreiz	impuls; luim; opwelling; prikkel	aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; impuls; initiatief; instigatie; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering
Anstoß	impuls; luim; opwelling; prikkel	aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; doeltrap; duw; duwtje; initiatief; opwekking; por; prikkel; stimulans; stimulering; stoot; stootje; zet
Anwandlung	aanval; bevlieging; opwelling; vlaag
Einfall	impuls; luim; opwelling; prikkel	denkbeeld; gedachte; gevoel; idee; instinct; intuïtie; inval; invasie; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; politie-inval; visie; zienswijze
Impuls	impuls; luim; opwelling; prikkel	aandriften; aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; driften; gevoel; impuls; instinct; intuïtie; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering
Laune	impuls; luim; opwelling; prikkel	bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gril; humeur; kuur; luim; nuk; stemming
Reiz	impuls; luim; opwelling; prikkel	aai; aaiing; aanhalen; aanlokkelijkheid; aanmoediging; aansporing; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; animering; attractiviteit; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; charme; fascinatie; gestreel; gratie; impuls; liefkozing; lieflijkheid; lieftalligheid; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering; streling; vleien
Stimulanz	impuls; luim; opwelling; prikkel	aanmoediging; aansporing; animering; impuls; instigatie; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering

Related Words for "opwelling":

opwellingen

Wiktionary Translations for opwelling:

opwelling

noun

innerlijke drang
- opwelling → Antrieb; Trieb

Cross Translation:

From	To	Via
• opwelling	→ Andrang; Andrift; Antrieb; Impuls; Trieb	↔ incitation — action d’inciter.

External Machine Translations:

Related Translations for opwelling

in een opwelling