Dutch

Detailed Translations for organisatie from Dutch to German

organisatie:

organisatie [de ~ (v)] nom

  1. de organisatie (instelling; instantie; lichaam)
    die Dienststelle; die Instanz; die Einrichtung; die Stelle; die Anstalt; Amt
  2. de organisatie (vereniging; soos; societiet; )
    der Klub; die Korporation; die Gesellschaft; der Verein; die Gemeinschaft; die Gruppe; die Genossenschaft; der Kreis; die Fusion; die Handwerksgilde; der Geselligkeitsverein
  3. de organisatie (opbouw; samenstelling; structuur; ordening; systeem)
    System; die Struktur; die Zusammensetzung; der Aufbau; die Konstruktion; die Aufstellung; die Gestaltung; die Ordnung; die Anordnung; die Einteilung; die Rangordnung; der Bau; die Aufeinanderfolge
  4. de organisatie (ambachtsgilde; vereniging; gilde; )
    der Verein; der Klub; die Vereinigung; die Gemeinschaft; die Korporation; die Gesellschaft; die Gilde; die Gruppe; die Genossenschaft; der Kreis; die Handwerksgilde; die Runde
  5. de organisatie

Translation Matrix for organisatie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Amt instantie; instelling; lichaam; organisatie
Anordnung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem afstelling; arrangement; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; determinatie; discipline; dwang; gehoorzaamheid; indeling; inregeling; instelling; onderwerping; opstelling; orde; ordening; raadsbesluit; rangschikking; regel; regelgeving; regeling; reglement; regularisatie; schikking; tucht; vaststelling; voorschrift; wet
Anstalt instantie; instelling; lichaam; organisatie dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting
Aufbau opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem arrangement; bouw; bouwwerk; bovenbouw; constructie; gebouw; geweven stof; indeling; opbouw; opbouwen; opstelling; ordening; pand; rangschikking; samengesteld geheel; samenstelling; schikking; structuur; weefsel
Aufeinanderfolge opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem aaneenschakeling; opeenvolging; opvolging; successie
Aufstellung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem aanduiding; arrangement; benaming; benoeming; bewering; indeling; kader; lijst; lijst van gegevens; omranding; opgaaf; opgave; opstelling; ordening; overzicht; plaatsing van artikel; rand; rangschikking; schikking; specificatie; staat; staatje; stelling; tabel; tafel
Bau opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem aanleggen; bouw; bouwsector; bouwwerk; constructie; gebouw; opbouw; opbouwen; pand; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; verbouwing; vertimmering
Dienststelle instantie; instelling; lichaam; organisatie baan; dienst; dienstbetrekking; functie; instituut; job; positie
Einrichtung instantie; instelling; lichaam; organisatie aankleding; arrangement; decoratie; dolhuis; gekkenhuis; gesticht; indeling; inrichting; kenteken; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; merkteken; onderscheidingsteken; opstelling; ordening; psychiatrische inrichting; rangschikking; schikking; verpleging; versiering; verzorging; zorg
Einteilung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikking; schifting; schikking; sortering; uitsplitsing
Fusion bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging Fusion; fusie; samensmelting
Gemeinschaft ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging aansluiting; band; bond; broederschap; burgers; connectie; coöperatie; gemeenschap; genootschap; geslachtsgemeenschap; liaison; link; omgang; onderling verband; paring; relatie; samenhang; samenwerkingsverband; schakel; sociëteit; soos; verband; verbinding; vereniging; verkeer; verwantschap
Genossenschaft ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging akkoord; band; bedrijf; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coöperatie; federatie; firma; genootschap; gezelschap; handelsbedrijf; handelshuis; liga; maatschap; maatschappij; onderneming; pact; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; unie; vennootschap; verbond; verdrag; vereniging
Geselligkeitsverein bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging gezelschap; sociëteit; soos
Gesellschaft ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging Mij; aantal personen bijeen; bedrijf; bond; broederschap; concern; genootschap; gezelschap; groep; maatschappij; onderneming; samenleving; sociëteit; soos; vennootschap; vereniging
Gestaltung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem conditie; design; formatie; invullen; invulling; kenteken; merkteken; onderscheidingsteken; samenstelling taalkunde; vervulling; vorm; vormgeving
Gilde ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging beroepsorganisatie; bond; broederschap; coöperatie; genootschap; georganiseerd gezelschap; samenwerkingsverband; sociëteit; vereniging
Gruppe ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging aantal personen bijeen; clubje; distributiegroep; distributielijst; gezelschap; groep; groep contactpersonen; partij; ploeg; team; werkgroep
Handwerksgilde ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging ambachtsgilde; handwerkersverbond; handwerksgilde
Instanz instantie; instelling; lichaam; organisatie exemplaar
Klub ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging bond; broederschap; cirkel; club; coöperatie; genootschap; gezelschap; golfclub; golfstick; golfstok; kring; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vereniging
Konstruktion opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem bouw; bouwwerk; constructie; gebouw; opbouw; opbouwen; pand; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
Korporation ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coöperatie; federatie; genootschap; liga; pact; samenwerkingsverband; sociëteit; studentenbond; studentenvereniging; unie; verbond; verdrag; vereniging
Kreis ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging cirkel; cirkelvorm; kralenkrans; krans; kransje; kring; kringel; kringvormig; leefgebied; rondje; territorium
Ordnung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem arrangement; bestel; dienstvoorschrift; discipline; dwang; gehoorzaamheid; indeling; onderwerping; opstelling; orde; ordening; rangschikking; regel; regelgeving; regeling; regelmaat; reglement; regularisatie; samenstel; schikking; tucht; voorschrift; wet
Rangordnung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem hiërarchie; klasse; lijst; maatschappelijke klasse; orde; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; slag; stand; tabel; tafel; volgorde
Runde ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging beurt; draaicirkel; kring; kringel; kringvormig; omgang; partijtje; potje; ringetje; ronde; rondgang; rondje; rondwandeling; spelletje; toer; wedstrijdje; zijn ronde doen
Stelle instantie; instelling; lichaam; organisatie baan; baantje; dienst; gunst; lijst; locatie; passus; plaats; plaatsbepaling; plek; staatsbetrekking; tabel; tafel; werk; werkkring; werkplek
Struktur opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem bouw; bouwwerk; component; constructie; gebouw; opbouw; opbouwen; pand; samengesteld geheel; samenstelling; struct; structuur; toewijzing
System opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem bestel; samenstel; stelsel; systeem
Verein ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging bond; broederschap; cirkel; coöperatie; genootschap; gezelschap; kring; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vereniging
Vereinigung ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging bond; broederschap; coöperatie; eenwording; genootschap; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vereniging
Zusammensetzung opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem assemblage; assembleren; bijeenplaatsing; bouw; constructie; montage; onderdelen; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstelling; samenstelling taalkunde; samenvoeging; structuur
- vereniging
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Organisation organisatie

Related Words for "organisatie":

  • organisaties

Synonyms for "organisatie":


Related Definitions for "organisatie":

  1. het regelen en laten ontstaan1
    • de organisatie van het feest was erg goed1
  2. groep mensen die zich officieel aaneengesloten hebben1
    • de organisatie van de plattelandsvrouwen1

Wiktionary Translations for organisatie:

organisatie
noun
  1. het organiseren
  2. de manier waarop iets georganiseerd is
  3. een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
organisatie
noun
  1. Planung und Durchführung eines Vorhabens
  2. Wirtschaft, Politik: (gemeinnützige) Einrichtung; ein koordinierter Zusammenschluss von Menschen und Ressourcen, der dem Zweck dient, das Gemeinwohl im Arbeitsfeld der Organisation zu verbessern
  3. Physik: das geordnete, strukturierte Zusammenspiel von Elementen und Faktoren als Gegensatz zum unbestimmten Chaos

Cross Translation:
FromToVia
organisatie Körper; Körperschaft body — organisation, company or other authoritative group
organisatie Organisation organization — group of people or other legal entities with an explicit purpose and written rules
organisatie Organisation organization — group of people consciously cooperating

Related Translations for organisatie