Summary
Dutch to German: more detail...
- overrijden:
-
Wiktionary:
- overrijden → überfahren
- overrijden → überfahren
Dutch
Detailed Translations for overrijden from Dutch to German
overrijden:
-
overrijden (omverrijden; overheen rijden)
überfahren; hinüberfahren; umfahren-
hinüberfahren verbe (fahre hinüber, fährst hinüber, fährt hinüber, fuhr hinüber, fuhrt hinüber, hinübergefahren)
Conjugations for overrijden:
o.t.t.
- overrijd
- overrijdt
- overrijdt
- overrijden
- overrijden
- overrijden
o.v.t.
- overreed
- overreed
- overreed
- overreden
- overreden
- overreden
v.t.t.
- ben overreden
- bent overreden
- is overreden
- zijn overreden
- zijn overreden
- zijn overreden
v.v.t.
- was overreden
- was overreden
- was overreden
- waren overreden
- waren overreden
- waren overreden
o.t.t.t.
- zal overrijden
- zult overrijden
- zal overrijden
- zullen overrijden
- zullen overrijden
- zullen overrijden
o.v.t.t.
- zou overrijden
- zou overrijden
- zou overrijden
- zouden overrijden
- zouden overrijden
- zouden overrijden
en verder
- heb overreden
- hebt overreden
- heeft overreden
- hebben overreden
- hebben overreden
- hebben overreden
diversen
- overrijd!
- overrijdt!
- overreden
- overrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overrijden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hinüberfahren | omverrijden; overheen rijden; overrijden | iets transporteren; met een vaartuig overzetten; oversteken; overvaren; vervoeren |
umfahren | omverrijden; overheen rijden; overrijden | een omweg maken; omrijden |
überfahren | omverrijden; overheen rijden; overrijden |
Wiktionary Translations for overrijden:
overrijden
Cross Translation:
verb
-
met de wielen van een voertuig over iets of iemand heen rijden
- overrijden → überfahren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overrijden | → überfahren | ↔ run over — to drive over, causing injury or death |