Dutch

Detailed Translations for overschrijven from Dutch to German

overschrijven:

overschrijven verbe (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)

  1. overschrijven (geld overmaken; overboeken; overzenden)
    überweisen; überschreiben; umbuchen von Geld; übersenden; übermitteln; deponieren; herüberschicken; hinterlegen; eintragenlassen
    • überweisen verbe (überweise, überweisest, überweist, überwies, überwieset, überwiesen)
    • überschreiben verbe (überschreibe, überschreibst, überschreibt, überschrieb, überschirebt, überschrieben)
    • übersenden verbe (übersende, übersendest, übersendet, übersendete, übersendetet, übersendet)
    • übermitteln verbe (übermittele, übermittelst, übermittelt, übermittelte, übermitteltet, übermittelt)
    • deponieren verbe (deponiere, deponierst, deponiert, deponierte, deponiertet, deponiert)
    • herüberschicken verbe (schicke herüber, schickst herüber, schickt herüber, schickte herüber, schicktet herüber, herübergeschickt)
    • hinterlegen verbe (lege hinter, legst hinter, legt hinter, legte hinter, legtet hinter, hintergelegt)
  2. overschrijven (kopiëren)
    kopieren; abschreiben
    • kopieren verbe (kopiere, kopierst, kopiert, kopierte, kopiertet, kopiert)
    • abschreiben verbe (schreibe ab, schriebst ab, schreibt ab, schrieb ab, schriebt ab, abgeschrieben)
  3. overschrijven
    überschreiben; außer Kraft setzen
  4. overschrijven
    überschreiben
    • überschreiben verbe (überschreibe, überschreibst, überschreibt, überschrieb, überschirebt, überschrieben)

Conjugations for overschrijven:

o.t.t.
  1. overschrijf
  2. overschrijft
  3. overschrijft
  4. overschrijven
  5. overschrijven
  6. overschrijven
o.v.t.
  1. overschreef
  2. overschreef
  3. overschreef
  4. overschreven
  5. overschreven
  6. overschreven
v.t.t.
  1. heb overschreven
  2. hebt overschreven
  3. heeft overschreven
  4. hebben overschreven
  5. hebben overschreven
  6. hebben overschreven
v.v.t.
  1. had overschreven
  2. had overschreven
  3. had overschreven
  4. hadden overschreven
  5. hadden overschreven
  6. hadden overschreven
o.t.t.t.
  1. zal overschrijven
  2. zult overschrijven
  3. zal overschrijven
  4. zullen overschrijven
  5. zullen overschrijven
  6. zullen overschrijven
o.v.t.t.
  1. zou overschrijven
  2. zou overschrijven
  3. zou overschrijven
  4. zouden overschrijven
  5. zouden overschrijven
  6. zouden overschrijven
en verder
  1. ben overschreven
  2. bent overschreven
  3. is overschreven
  4. zijn overschreven
  5. zijn overschreven
  6. zijn overschreven
diversen
  1. overschrijf!
  2. overschrijft!
  3. overschreven
  4. overschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overschrijven [znw.] nom

  1. overschrijven (spieken; overkalken; afkijken)
    Abgucken; Abschreiben

Translation Matrix for overschrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abgucken afkijken; overkalken; overschrijven; spieken gespiek
Abschreiben afkijken; overkalken; overschrijven; spieken afschrijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
abschreiben kopiëren; overschrijven afkijken; afschrijven; spieken; ten einde schrijven
außer Kraft setzen overschrijven negeren
deponieren geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden achterleggen; bewaren; deponeren; leggen; neerleggen; opslaan; plaatsen; posten; posteren; stationeren; storten; wegleggen; zetten
eintragenlassen geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden
herüberschicken geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden verwijzen
hinterlegen geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden achterleggen; deponeren; neerleggen
kopieren kopiëren; overschrijven fotokopiëren; imiteren; kopie maken; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; reproduceren; stencilen
umbuchen von Geld geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden
übermitteln geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden
überschreiben geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden negeren
übersenden geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden
überweisen geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden bijstorten; op rekening storten; verwijzen

Synonyms for "overschrijven":


Related Definitions for "overschrijven":

  1. overmaken naar een andere rekening1
    • de giro heeft het bedrag overgeschreven1
  2. het precies zo opschrijven als ergens anders1
    • hij schrijft dit gedicht over1

Wiktionary Translations for overschrijven:


Cross Translation:
FromToVia
overschrijven überschreiben overwrite — destroy old data
overschrijven überschreiben écraser — Enregistrer un contenu en supprimant le contenu antérieur