Noun | Related Translations | Other Translations |
Bestimmtheit
|
beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid
|
bepaaldheid; beslistheid; gedecideerdheid; hechtheid; onverbrekelijkheid; soliditeit; standvastigheid; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vastheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
|
Entschiedenheit
|
beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid
|
gedecideerdheid; stelligheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
|
Entschlossenheit
|
beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid
|
beslistheid; gedecideerdheid; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
|
Sicherheit
|
beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid
|
bescherming; beschutting; beveiliging; borg; cautie; feilloosheid; garantie; gedecideerdheid; gewisheid; hechtheid; onderpand; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pand; protectie; securiteit; soliditeit; stelligheid; stevigheid; vastbeslotenheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; waarborg; waarborging; waarborgsom; zekerheid
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Sicherheit
|
|
Veiligheid
|