Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. plaats vinden:


Dutch

Detailed Translations for plaats vinden from Dutch to German

plaats vinden:

plaats vinden verbe

  1. plaats vinden (gebeuren; geschieden; plaats hebben)
    geschehen; passieren; sich ereignen
    • geschehen verbe
    • passieren verbe (passiere, passierst, passiert, passierte, passiertet, passiert)
    • sich ereignen verbe (ereigne mich, ereignest dich, ereignet sich, ereignete sich, ereignetet euch, sich ereignet)

Translation Matrix for plaats vinden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
geschehen gebeuren; geschieden; plaats hebben; plaats vinden gebeuren; overkomen; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen
passieren gebeuren; geschieden; plaats hebben; plaats vinden gebeuren; overkomen; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorkomen; voorvallen; zich voordoen
sich ereignen gebeuren; geschieden; plaats hebben; plaats vinden gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
geschehen overkomen; overvallen

Related Translations for plaats vinden