Verb | Related Translations | Other Translations |
grübeln
|
nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
|
aarzelen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; bouderen; diep nadenken; dubben; een pruillip trekken; er over inzitten; in gedachten verzonken zijn; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plussen; pruilen; puzzelen; puzzels oplossen; talmen; tobben; twijfelen; weifelen
|
nachdenken
|
nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
|
bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; bezinnen; filosoferen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plan beramen; puzzelen; puzzels oplossen; tobben; verzinnen; zinnen
|
sinnen
|
nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
|
bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plan beramen; verzinnen; zinnen
|
überlegen
|
nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
|
afwegen; bedenken; beraden; beschouwen; bespiegelen; consideren; doordenken; iets overwegen; nadenken; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
überlegen
|
|
bestand; opgewassen tegen; overdekt
|