Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ronddartelen:


Dutch

Detailed Translations for ronddartelen from Dutch to German

ronddartelen:

ronddartelen verbe (dartel rond, dartelt rond, dartelde rond, dartelden rond, rondgedarteld)

  1. ronddartelen
    herumtollen
    • herumtollen verbe (tolle herum, tollst herum, tollt herum, tollte herum, tolltet herum, herumgetollt)

Conjugations for ronddartelen:

o.t.t.
  1. dartel rond
  2. dartelt rond
  3. dartelt rond
  4. dartelen rond
  5. dartelen rond
  6. dartelen rond
o.v.t.
  1. dartelde rond
  2. dartelde rond
  3. dartelde rond
  4. dartelden rond
  5. dartelden rond
  6. dartelden rond
v.t.t.
  1. heb rondgedarteld
  2. hebt rondgedarteld
  3. heeft rondgedarteld
  4. hebben rondgedarteld
  5. hebben rondgedarteld
  6. hebben rondgedarteld
v.v.t.
  1. had rondgedarteld
  2. had rondgedarteld
  3. had rondgedarteld
  4. hadden rondgedarteld
  5. hadden rondgedarteld
  6. hadden rondgedarteld
o.t.t.t.
  1. zal ronddartelen
  2. zult ronddartelen
  3. zal ronddartelen
  4. zullen ronddartelen
  5. zullen ronddartelen
  6. zullen ronddartelen
o.v.t.t.
  1. zou ronddartelen
  2. zou ronddartelen
  3. zou ronddartelen
  4. zouden ronddartelen
  5. zouden ronddartelen
  6. zouden ronddartelen
diversen
  1. dartel rond!
  2. dartelt rond!
  3. rondgedarteld
  4. ronddartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ronddartelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
herumtollen ronddartelen dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; ravotten; robbedoezen; schertsen; stoeien; streek uithalen; wild rennen; wild spelen; zich uitleven