Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. rondwroeten:


Dutch

Detailed Translations for rondwroeten from Dutch to German

rondwroeten:

rondwroeten verbe (wroet rond, wroette rond, wroetten rond, rondgewroet)

  1. rondwroeten (snuffelen)
    schnüffeln; durchsuchen
    • schnüffeln verbe (schnüffele, schnüffelst, schnüffelt, schnüffelte, schnüffeltet, geschnüffelt)
    • durchsuchen verbe (durchsuche, durchsuchst, durchsucht, durchsuchte, durchsuchtet, durchsucht)

Conjugations for rondwroeten:

o.t.t.
  1. wroet rond
  2. wroet rond
  3. wroet rond
  4. wroeten rond
  5. wroeten rond
  6. wroeten rond
o.v.t.
  1. wroette rond
  2. wroette rond
  3. wroette rond
  4. wroetten rond
  5. wroetten rond
  6. wroetten rond
v.t.t.
  1. heb rondgewroet
  2. hebt rondgewroet
  3. heeft rondgewroet
  4. hebben rondgewroet
  5. hebben rondgewroet
  6. hebben rondgewroet
v.v.t.
  1. had rondgewroet
  2. had rondgewroet
  3. had rondgewroet
  4. hadden rondgewroet
  5. hadden rondgewroet
  6. hadden rondgewroet
o.t.t.t.
  1. zal rondwroeten
  2. zult rondwroeten
  3. zal rondwroeten
  4. zullen rondwroeten
  5. zullen rondwroeten
  6. zullen rondwroeten
o.v.t.t.
  1. zou rondwroeten
  2. zou rondwroeten
  3. zou rondwroeten
  4. zouden rondwroeten
  5. zouden rondwroeten
  6. zouden rondwroeten
diversen
  1. wroet rond!
  2. wroet rond!
  3. rondgewroet
  4. rondwroetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rondwroeten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
durchsuchen rondwroeten; snuffelen bladeren; browsen; doorzoeken; fouilleren; visiteren; zoeken
schnüffeln rondwroeten; snuffelen drugs gebruiken; drugs snuiven; een loopneus hebben; een snuif nemen; gluren; insnuiven; naspeuring doen; neuzen; opsnuiven; rechercheren; snuffelen; snuiven; speuren; stiekem kijken