Summary
Dutch to German: more detail...
- samenroepen:
-
Wiktionary:
- samenroepen → arrangieren, zusammenrufen, bilden
Dutch
Detailed Translations for samenroepen from Dutch to German
samenroepen:
-
samenroepen (convoceren; bijeenroepen)
aufrufen; einberufen; zusammenrufen-
zusammenrufen verbe (rufe zusammen, rufst zusammen, ruf zusammen, rief zusammen, rieft zusammen, zusammengerufen)
Translation Matrix for samenroepen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
aufrufen | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | aanroepen; dagen; laten komen; ontbieden; oppiepen; oproepen; sommeren; tevoorschijn roepen; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen |
einberufen | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | dagen; laten komen; ontbieden; oproepen; rekruteren; sommeren; tevoorschijn roepen; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen |
zusammenrufen | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | bijeen roepen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
einberufen | ingeroepen |
Wiktionary Translations for samenroepen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• samenroepen | → arrangieren; zusammenrufen; bilden | ↔ convene — to cause to assemble, to call together |