Summary
Dutch to German: more detail...
- schuilen:
-
Wiktionary:
- schuilen → verbergen, abschirmen, Schutz suchen
- schuilen → verbergen, lauern
Dutch
Detailed Translations for schuilen from Dutch to German
schuilen:
-
schuilen (toevluchten; uitwijken; wegkruipen)
sich verstecken; zuflücten-
sich verstecken verbe (verstecke mich, versteckst dich, versteckt sich, versteckte sich, verstecktet euch, sich versteckt)
-
zuflücten verbe
-
Conjugations for schuilen:
o.t.t.
- schuil
- schuilt
- schuilt
- schuilen
- schuilen
- schuilen
o.v.t.
- schuilde
- schuilde
- schuilde
- schuilden
- schuilden
- schuilden
v.t.t.
- heb geschuild
- hebt geschuild
- heeft geschuild
- hebben geschuild
- hebben geschuild
- hebben geschuild
v.v.t.
- had geschuild
- had geschuild
- had geschuild
- hadden geschuild
- hadden geschuild
- hadden geschuild
o.t.t.t.
- zal schuilen
- zult schuilen
- zal schuilen
- zullen schuilen
- zullen schuilen
- zullen schuilen
o.v.t.t.
- zou schuilen
- zou schuilen
- zou schuilen
- zouden schuilen
- zouden schuilen
- zouden schuilen
en verder
- ben geschuild
- bent geschuild
- is geschuild
- zijn geschuild
- zijn geschuild
- zijn geschuild
diversen
- schuil!
- schuilt!
- geschuild
- schuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schuilen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
sich verstecken | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | verschuilen; verstoppen |
zuflücten | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen |
Related Definitions for "schuilen":
Wiktionary Translations for schuilen:
schuilen
Cross Translation:
verb
schuilen
-
zich verbergen voor iets
- schuilen → verbergen; abschirmen; Schutz suchen
-
etwas verstecken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schuilen | → lauern | ↔ lurk — to hang out or wait around a location |