Summary


Dutch

Detailed Translations for smakelijker from Dutch to German

smakelijk:


Translation Matrix for smakelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- lekker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
appetittlich aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend
herrlich heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig aangenaam; aanzienlijk; adelijk; behaaglijk; beroemd; doorluchtig; fijn; gaaf; gedistingeerd; gewichtig; glorierijk; goddelijk; heerlijk; heilig; hemels; hooggeplaatst; illuster; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; oogverblindend; paradijselijk; plechtig; plechtstatig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; roemrijk; roemvol; schitterend; slank en smal; statig; tof; verblindend; verheerlijkt; verheven; verrukkelijk; voornaam; zalig; zeer plechtig
köstlich heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig glorierijk; goddelijk; heerlijk; heilig; hemels; kostelijk; mieters; onbetaalbaar; onschatbaar; paradijselijk; uitstekend; verheerlijkt; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
lecker aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend
schmackhaft aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
verlockend aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend

Related Words for "smakelijk":

  • smakelijkheid, smakelijker, smakelijkere, smakelijkst, smakelijkste, smakelijke

Synonyms for "smakelijk":


Antonyms for "smakelijk":


Related Definitions for "smakelijk":

  1. wat goed smaakt1
    • de soep is erg smakelijk1
  2. met plezier, vrolijk1
    • er werd smakelijk gelachen1

Wiktionary Translations for smakelijk:

smakelijk
adjective
  1. goed van smaak zijnd of van een goede smaak genietend

Cross Translation:
FromToVia
smakelijk köstlich; lecker; geschmackvoll; schmackhaft delicious — pleasing to taste
smakelijk delikat; wohlschmeckend; schmackhaft savoureux — Qui a une bonne saveur, une saveur agréable.
smakelijk Saft-; saftig; delikat; wohlschmeckend; schmackhaft succulent — Savoureux