Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. spatiëren:


Dutch

Detailed Translations for spatiëren from Dutch to German

spatiëren:

spatiëren verbe

  1. spatiëren (van spaties voorzien; spatieren)
    spationieren
    • spationieren verbe (spationiere, spationierst, spationiert, spationierte, spationiertet, spationiert)

Translation Matrix for spatiëren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
spationieren spatieren; spatiëren; van spaties voorzien