Dutch
Detailed Translations for stuksnijden from Dutch to German
stuksnijden:
-
stuksnijden (aan stukken snijden)
zerlegen; zerstückeln-
zerstückeln verbe (zerstückele, zerstückelst, zerstückelt, zerstückelte, zerstückeltet, zerstückelt)
Translation Matrix for stuksnijden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
zerlegen | aan stukken snijden; stuksnijden | afbreken; analyseren; anatomiseren; beëindigen; desintegreren; ergens uitscheuren; forceren; iets afbreken; kapot scheuren; ontbinden; ontleden; opheffen; ruineren; scheiden; slopen; splitsen; stukmaken; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uit elkaar vallen; uiteenhalen; uiteenvallen; verbreken; verbrijzelen; vernielen; vernietigen; verscheuren; verwoesten |
zerstückeln | aan stukken snijden; stuksnijden | grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven; stuk snijden |