Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate tikje

Translate tikje from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

tikje:
- Klaps; leichter Schlag
tik:
- Schlag; Klaps; Hieb; leichter Schlag
Wiktionary:
- tikje → Spur
- tik → Treffen, Anschlag, Hieb, Schlag, Streich

Dutch

Detailed Translations for tikje from Dutch to German

tikje:

tikje [het ~] nom

het tikje (kleine tik; klopje)
der Klaps; der leichter Schlag
- Klaps [der ~] nom
- leichter Schlag [der ~] nom

Translation Matrix for tikje:

Noun	Related Translations	Other Translations
Klaps	kleine tik; klopje; tikje	dreun; harde slag; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; slag; stoot; tik; tik op de neus; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag
leichter Schlag	kleine tik; klopje; tikje	klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap

Related Words for "tikje":

tikjes, tik

Wiktionary Translations for tikje:

Cross Translation:

From	To	Via
• tikje	→ Spur	↔ touch — small amount

tikje form of tik:

tik [de ~ (m)] nom

de tik (toegebrachte klap; klap; lel; klop; mep)
der Schlag; der Klaps; der Hieb; der leichter Schlag
- Schlag [der ~] nom
- Klaps [der ~] nom
- Hieb [der ~] nom
- leichter Schlag [der ~] nom
de tik (toegebrachte klap; jens; klap; knal; lel; dreun; mep)
der Schlag; der Hieb; der Klaps
- Schlag [der ~] nom
- Hieb [der ~] nom
- Klaps [der ~] nom

Translation Matrix for tik:

Noun	Related Translations	Other Translations
Hieb	dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap	dreun; hak; hengst; houw; klap; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; pets; peut; slag; slag met een scherp werktuig; stoot; uithaal; vuistslag
Klaps	dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap	dreun; harde slag; hengst; klap; kleine tik; klopje; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; slag; stoot; tik op de neus; tikje; uithaal; vuistslag
Schlag	dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap	bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; bons; conciërge; dreun; duivenhok; duiventil; duw; duwtje; flits; hengst; klap; lel; mep; muilpeer; olifantspijp; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; por; portier; ras; slag; soort; soulpijp; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; wijde broekspijp; zet
leichter Schlag	klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap	kleine tik; klopje; tikje

Related Words for "tik":

tikken, tikje

Wiktionary Translations for tik:

Cross Translation:

From	To	Via
• tik	→ Treffen; Anschlag; Hieb; Schlag; Streich	↔ coup — impression que fait un corps sur un autre en le frappant.