Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. touwtrekken:


Dutch

Detailed Translations for touwtrekken from Dutch to German

touwtrekken:

touwtrekken verbe

  1. touwtrekken (worstelen)
    kämpfen; schwingen; ringen
    • kämpfen verbe (kämpfe, kämpfst, kämpft, kämpfte, kämpftet, gekämpft)
    • schwingen verbe (schwinge, schwingst, schwingt, schwang, schwangt, geschwungen)
    • ringen verbe (ringe, ringst, ringt, ringte, ringtet, geringt)

touwtrekken [znw.] nom

  1. touwtrekken (touwtrekkerij)
    Tauziehen

Translation Matrix for touwtrekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Tauziehen touwtrekken; touwtrekkerij
VerbRelated TranslationsOther Translations
kämpfen touwtrekken; worstelen bekampen; bestrijden; bevechten; een strijd houden; kampen; kleine gevechten leveren; knokken; matten; met iemand worstelen; oorlog voeren; schermutselen; strijd voeren; strijden; vechten; worstelen; zich wringen
ringen touwtrekken; worstelen met iemand worstelen; worstelen; zich wringen
schwingen touwtrekken; worstelen deinen; golven; heen en weer zwaaien; met iemand worstelen; oscilleren; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; worstelen; zwengelen; zwiepen; zwieren