Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. van stigma's voorzien:


Dutch

Detailed Translations for van stigma's voorzien from Dutch to German

van stigma's voorzien:

van stigma's voorzien verbe (voorzie van stigma's, voorziet van stigma's, voorzag van stigma's, voorzagen van stigma's, van stigma's voorzien)

  1. van stigma's voorzien (brandmerken; branden; markeren; inbranden)
    markieren; kennzeichnen; einbrennen; stigmatisieren; brandmarken
    • markieren verbe (markiere, markierst, markiert, markierte, markiertet, markiert)
    • kennzeichnen verbe (kennzeichne, kennzeichnst, kennzeichnt, kennzeichnte, kennzeichntet, gekennzeichnet)
    • einbrennen verbe (e brenn ein, st brenn ein, t brenn ein, te brenn ein, tet brenn ein, eingebrannt)
    • stigmatisieren verbe (stigmatisiere, stigmatisierst, stigmatisiert, stigmatisierte, stigmatisiertet, stigmatisiert)
    • brandmarken verbe (brandmarke, brandmarkst, brandmarkt, brandmarkte, brandmarktet, brandgemarkt)

Conjugations for van stigma's voorzien:

o.t.t.
  1. voorzie van stigma's
  2. voorziet van stigma's
  3. voorziet van stigma's
  4. voorzien van stigma's
  5. voorzien van stigma's
  6. voorzien van stigma's
o.v.t.
  1. voorzag van stigma's
  2. voorzag van stigma's
  3. voorzag van stigma's
  4. voorzagen van stigma's
  5. voorzagen van stigma's
  6. voorzagen van stigma's
v.t.t.
  1. heb van stigma's voorzien
  2. hebt van stigma's voorzien
  3. heeft van stigma's voorzien
  4. hebben van stigma's voorzien
  5. hebben van stigma's voorzien
  6. hebben van stigma's voorzien
v.v.t.
  1. had van stigma's voorzien
  2. had van stigma's voorzien
  3. had van stigma's voorzien
  4. hadden van stigma's voorzien
  5. hadden van stigma's voorzien
  6. hadden van stigma's voorzien
o.t.t.t.
  1. zal van stigma's voorzien
  2. zult van stigma's voorzien
  3. zal van stigma's voorzien
  4. zullen van stigma's voorzien
  5. zullen van stigma's voorzien
  6. zullen van stigma's voorzien
o.v.t.t.
  1. zou van stigma's voorzien
  2. zou van stigma's voorzien
  3. zou van stigma's voorzien
  4. zouden van stigma's voorzien
  5. zouden van stigma's voorzien
  6. zouden van stigma's voorzien
en verder
  1. ben van stigma's voorzien
  2. bent van stigma's voorzien
  3. is van stigma's voorzien
  4. zijn van stigma's voorzien
  5. zijn van stigma's voorzien
  6. zijn van stigma's voorzien
diversen
  1. voorzie van stigma's!
  2. voorziet van stigma's!
  3. van stigma's voorzien
  4. van stigma's voorziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for van stigma's voorzien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
brandmarken branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien schandmerken; stigmatiseren
einbrennen branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen
kennzeichnen branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien aankruisen; bepalen; definiëren; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omschrijven; tekenen; typeren
markieren branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien aankruisen; een melding geven; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; merken; selecteren; taggen; typeren
stigmatisieren branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien schandmerken; stigmatiseren

External Machine Translations:

Related Translations for van stigma's voorzien