Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verhullen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verhullen from Dutch to German

verhullen:

verhullen verbe (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)

  1. verhullen (verbergen; achterhouden; verduisteren; )
    verbergen; verstecken; kamouflieren
    • verbergen verbe (verberge, verborgen)
    • verstecken verbe (verstecke, versteckst, versteckt, versteckte, verstecktet, versteckt)
    • kamouflieren verbe (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
  2. verhullen (maskeren; omhullen; bedekken; )
    kamouflieren; hüllen; verhüllen; verschleiern; einhüllen
    • kamouflieren verbe (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
    • hüllen verbe (hülle, hüllst, hüllt, hüllte, hülltet, gehüllt)
    • verhüllen verbe
    • verschleiern verbe (verschleiere, verschleierst, verschleiert, verschleierte, verschleiertet, verschleiert)
    • einhüllen verbe (hülle ein, hüllst ein, hüllt ein, hüllte ein, hülltet ein, eingehüllt)

Conjugations for verhullen:

o.t.t.
  1. verhul
  2. verhult
  3. verhult
  4. verhullen
  5. verhullen
  6. verhullen
o.v.t.
  1. verhulde
  2. verhulde
  3. verhulde
  4. verhulden
  5. verhulden
  6. verhulden
v.t.t.
  1. heb verhuld
  2. hebt verhuld
  3. heeft verhuld
  4. hebben verhuld
  5. hebben verhuld
  6. hebben verhuld
v.v.t.
  1. had verhuld
  2. had verhuld
  3. had verhuld
  4. hadden verhuld
  5. hadden verhuld
  6. hadden verhuld
o.t.t.t.
  1. zal verhullen
  2. zult verhullen
  3. zal verhullen
  4. zullen verhullen
  5. zullen verhullen
  6. zullen verhullen
o.v.t.t.
  1. zou verhullen
  2. zou verhullen
  3. zou verhullen
  4. zouden verhullen
  5. zouden verhullen
  6. zouden verhullen
diversen
  1. verhul!
  2. verhult!
  3. verhuld
  4. verhullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verhullen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einhüllen bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
hüllen bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren andere kleren aantrekken; omkleden; verkleden
kamouflieren achterhouden; bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen achterhouden; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen
verbergen achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen achterhouden; ontveinzen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verschuilen; verstoppen; verzwijgen; wegstoppen
verhüllen bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren zwachtelen
verschleiern bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bagatelliseren; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verbloemen; verduisteren; vergoelijken; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen
verstecken achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verschuilen; verstoppen; verzwijgen; wegsteken; wegstoppen

Wiktionary Translations for verhullen:

verhullen
verb
  1. iets niet openlijk zeggen of tonen

Cross Translation:
FromToVia
verhullen verstellen disguise — to prevent revealing something secret