Summary


Dutch

Detailed Translations for verkommeren from Dutch to German

verkommeren:

verkommeren verbe (verkommer, verkommert, verkommerde, verkommerden, verkommerd)

  1. verkommeren (vervallen; vergaan)
    verfallen; verkommen; vergehen
    • verfallen verbe (verfalle, verfallst, verfallt, verfallte, verfalltet, verfallen)
    • verkommen verbe (verkomme, verkommst, verkommt, verkam, verkamt, verkommen)
    • vergehen verbe (vergehe, vergehst, vergeht, vergang, vergangt, vergangen)
  2. verkommeren (verwelken; verdorren; verleppen)
    verblühen; verwelken; verdorren; ersterben
    • verblühen verbe (verblühe, verblühst, verblüht, verblühte, verblühtet, verblüht)
    • verwelken verbe (verwelke, verwelkst, verwelkt, verwelkte, verwelktet, verwelkt)
    • verdorren verbe (verdorre, verdorrst, verdorrt, verdorrte, verdorrtet, verdorrt)
    • ersterben verbe (ersterbe, erstirbst, erstirbt, erstarb, erstarbet, erstorben)

Conjugations for verkommeren:

o.t.t.
  1. verkommer
  2. verkommert
  3. verkommert
  4. verkommeren
  5. verkommeren
  6. verkommeren
o.v.t.
  1. verkommerde
  2. verkommerde
  3. verkommerde
  4. verkommerden
  5. verkommerden
  6. verkommerden
v.t.t.
  1. ben verkommerd
  2. bent verkommerd
  3. is verkommerd
  4. zijn verkommerd
  5. zijn verkommerd
  6. zijn verkommerd
v.v.t.
  1. was verkommerd
  2. was verkommerd
  3. was verkommerd
  4. waren verkommerd
  5. waren verkommerd
  6. waren verkommerd
o.t.t.t.
  1. zal verkommeren
  2. zult verkommeren
  3. zal verkommeren
  4. zullen verkommeren
  5. zullen verkommeren
  6. zullen verkommeren
o.v.t.t.
  1. zou verkommeren
  2. zou verkommeren
  3. zou verkommeren
  4. zouden verkommeren
  5. zouden verkommeren
  6. zouden verkommeren
diversen
  1. verkommer!
  2. verkommert!
  3. verkommerd
  4. verkommerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkommeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ersterben verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
verblühen verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
verdorren verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
verfallen vergaan; verkommeren; vervallen afdekken; afruimen; bouwvallig worden; opruimen; verslaven; vervallen
vergehen vergaan; verkommeren; vervallen achteruitgaan; aflopen; bezwijken; instorten; ten onder gaan; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verlopen; verongelukken; verrotten; verstrijken; verteren; vervallen; voorbijgaan; wegrotten; zinken
verkommen vergaan; verkommeren; vervallen bederven; bouwvallig worden; in de war sturen; nekken; ruïneren; vervallen; verzieken
verwelken verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
verkommen morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig

External Machine Translations: