Summary
Dutch to German: more detail...
- verongelukken:
-
Wiktionary:
- verongelukken → umkommen, untergehen, zu Grunde gehen
Dutch
Detailed Translations for verongelukken from Dutch to German
verongelukken:
-
verongelukken
verunglücken; sterben; schiefgehen; umkommen; vergehen; untergehen-
verunglücken verbe (verunglücke, verunglückst, verunglückt, verunglückte, verunglücktet, verunglückt)
-
schiefgehen verbe (geh schief, gehst schief, geht schief, ging schief, gingt schief, schiefgegangen)
-
Conjugations for verongelukken:
o.t.t.
- verongeluk
- verongelukt
- verongelukt
- verongelukken
- verongelukken
- verongelukken
o.v.t.
- verongelukte
- verongelukte
- verongelukte
- verongelukten
- verongelukten
- verongelukten
v.t.t.
- ben verongelukt
- bent verongelukt
- is verongelukt
- zijn verongelukt
- zijn verongelukt
- zijn verongelukt
v.v.t.
- was verongelukt
- was verongelukt
- was verongelukt
- waren verongelukt
- waren verongelukt
- waren verongelukt
o.t.t.t.
- zal verongelukken
- zult verongelukken
- zal verongelukken
- zullen verongelukken
- zullen verongelukken
- zullen verongelukken
o.v.t.t.
- zou verongelukken
- zou verongelukken
- zou verongelukken
- zouden verongelukken
- zouden verongelukken
- zouden verongelukken
diversen
- verongeluk!
- verongelukt!
- verongelukt
- verongelukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verongelukken:
Wiktionary Translations for verongelukken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verongelukken | → umkommen; untergehen; zu Grunde gehen | ↔ périr — prendre fin ; cesser d’être. |