Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verwrongen:
  2. verwringen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwrongen from Dutch to German

verwrongen:

verwrongen adj

  1. verwrongen (verdraaid)

Translation Matrix for verwrongen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
verdreht verdraaid; verwrongen
verschroben verdraaid; verwrongen verschroefd
verzerrt verdraaid; verwrongen
verzogen verdraaid; verwrongen verwend

Wiktionary Translations for verwrongen:


Cross Translation:
FromToVia
verwrongen verdreht wry — contorted
verwrongen verdreht; gewunden wry — twisted

verwrongen form of verwringen:

verwringen verbe (verwring, verwringt, verwrong, verwrongen, verwrongen)

  1. verwringen
    verzerren
    • verzerren verbe (verzerre, verzerrst, verzerrt, verzerrte, verzerrtet, verzerrt)

Conjugations for verwringen:

o.t.t.
  1. verwring
  2. verwringt
  3. verwringt
  4. verwringen
  5. verwringen
  6. verwringen
o.v.t.
  1. verwrong
  2. verwrong
  3. verwrong
  4. verwrongen
  5. verwrongen
  6. verwrongen
v.t.t.
  1. heb verwrongen
  2. hebt verwrongen
  3. heeft verwrongen
  4. hebben verwrongen
  5. hebben verwrongen
  6. hebben verwrongen
v.v.t.
  1. had verwrongen
  2. had verwrongen
  3. had verwrongen
  4. hadden verwrongen
  5. hadden verwrongen
  6. hadden verwrongen
o.t.t.t.
  1. zal verwringen
  2. zult verwringen
  3. zal verwringen
  4. zullen verwringen
  5. zullen verwringen
  6. zullen verwringen
o.v.t.t.
  1. zou verwringen
  2. zou verwringen
  3. zou verwringen
  4. zouden verwringen
  5. zouden verwringen
  6. zouden verwringen
diversen
  1. verwring!
  2. verwringt!
  3. verwrongen
  4. verwringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwringen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
verzerren verwringen een andere vorm geven; mismaken; misvormen; verbasteren; verminken; vertekenen; vervormen