Summary
Dutch to German: more detail...
- vonnis:
- vonnissen:
-
Wiktionary:
- vonnis → Urteil
- vonnis → Urteil, Verdikt, Wahrspruch, Denkspruch, Sentenz, Spruch
- vonnissen → verurteilen, richten, urteilen, beurteilen
Dutch
Detailed Translations for vonnis from Dutch to German
vonnis:
-
het vonnis (oordeelvelling; uitspraak)
-
het vonnis (veroordeling)
-
het vonnis
Translation Matrix for vonnis:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Ausspruch | oordeelvelling; uitspraak; vonnis | aangifte; aanhaling; bevestiging; bewering; citaat; declaratie; mededeling; opheldering; quote; statement; toelichting; uitlegging; verklaring |
Entscheidung | oordeelvelling; uitspraak; vonnis | aanhaling; beslissing; citaat; mening; opinie; overtuiging; quote; uitspraak; vonnisvelling |
Urteil | oordeelvelling; uitspraak; veroordeling; vonnis | aanhaling; citaat; het uitspreken; mening; opinie; overtuiging; quote; uitspraak; vonnisspreking |
Urteilsspruch | oordeelvelling; uitspraak; veroordeling; vonnis | aanhaling; citaat; quote |
Verurteilung | veroordeling; vonnis | schuldig verklaring; schuldigverklaring; veroordeling |
Related Words for "vonnis":
Related Definitions for "vonnis":
Wiktionary Translations for vonnis:
vonnis
Cross Translation:
noun
-
een beslissing van een rechter in dagvaardingsprocedures
- vonnis → Urteil
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vonnis | → Urteil | ↔ sentence — decision of a jury |
• vonnis | → Verdikt; Wahrspruch; Denkspruch; Sentenz; Spruch | ↔ sentence — apophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique. |
vonnis form of vonnissen:
-
de vonnissen (oordeelvellingen)
der Urteilssprüche
-
vonnissen (vonnis uitspreken)
-
vonnissen (veroordelen)
verurteilen; das Urteil sprechen-
das Urteil sprechen verbe (spreche das Urteil, sprichst das Urteil, spricht das Urteil, sprach das Urteil, spracht das Urteil, das Urteil gesprochen)
Conjugations for vonnissen:
o.t.t.
- vonnis
- vonnist
- vonnist
- vonnissen
- vonnissen
- vonnissen
o.v.t.
- vonniste
- vonniste
- vonniste
- vonnisten
- vonnisten
- vonnisten
v.t.t.
- heb gevonnist
- hebt gevonnist
- heeft gevonnist
- hebben gevonnist
- hebben gevonnist
- hebben gevonnist
v.v.t.
- had gevonnist
- had gevonnist
- had gevonnist
- hadden gevonnist
- hadden gevonnist
- hadden gevonnist
o.t.t.t.
- zal vonnissen
- zult vonnissen
- zal vonnissen
- zullen vonnissen
- zullen vonnissen
- zullen vonnissen
o.v.t.t.
- zou vonnissen
- zou vonnissen
- zou vonnissen
- zouden vonnissen
- zouden vonnissen
- zouden vonnissen
diversen
- vonnis!
- vonnist!
- gevonnist
- vonnissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vonnissen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Urteilssprüche | oordeelvellingen; vonnissen | berechten |
Verb | Related Translations | Other Translations |
aburteilen | vonnis uitspreken; vonnissen | afkeuren; ongeschikt verklaren; verdoemen; veroordelen tot de hel |
das Urteil sprechen | veroordelen; vonnissen | berechten; verdoemen; veroordelen tot de hel; vervolgen |
verurteilen | veroordelen; vonnis uitspreken; vonnissen | afkeuren; berechten; verdoemen; veroordelen; veroordelen tot de hel; vervolgen |