Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. voor zich uitschuiven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voor zich uitschuiven from Dutch to German

voor zich uitschuiven:

voor zich uitschuiven verbe

  1. voor zich uitschuiven (uitstellen; verschuiven; vertragen; )
    verschieben; vertagen; verlegen; hinausschieben; aufschieben
    • verschieben verbe (verschiebe, verschiebst, verschiebt, verschob, verschobt, verschoben)
    • vertagen verbe (vertage, vertagst, vertagt, vertagte, vertagtet, vertagt)
    • verlegen verbe (verlege, verlegst, verlegt, verlegte, verlegtet, verlegt)
    • hinausschieben verbe (schiebe hinaus, schiebst hinaus, schiebt hinaus, schob hinaus, schobt hinaus, hinausgeschoben)
    • aufschieben verbe (schiebe auf, schiebst auf, schiebt auf, schob auf, schobt auf, aufgeschoben)
  2. voor zich uitschuiven (schuivend verplaatsen; verschuiven)
    verschieben; verrücken; aufschieben
    • verschieben verbe (verschiebe, verschiebst, verschiebt, verschob, verschobt, verschoben)
    • verrücken verbe (verrücke, verrückst, verrückt, verrückte, verrücktet, verrückt)
    • aufschieben verbe (schiebe auf, schiebst auf, schiebt auf, schob auf, schobt auf, aufgeschoben)

Translation Matrix for voor zich uitschuiven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufschieben opschorten; opschuiven; rekken; schuivend verplaatsen; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven aarzelen; dubben; openschuiven; rekken; talmen; temporiseren; vertragen; weifelen
hinausschieben opschorten; opschuiven; rekken; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven aarzelen; dubben; naar buiten duwen; rekken; talmen; temporiseren; vertragen; weifelen
verlegen opschorten; opschuiven; rekken; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven disloqueren; neerleggen; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten; wegmaken; zoek maken; zoekmaken
verrücken schuivend verplaatsen; verschuiven; voor zich uitschuiven disloqueren; iets verplaatsen; opschuiven; overplaatsen; plaats maken; roeren; standplaats veranderen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
verschieben opschorten; opschuiven; rekken; schuivend verplaatsen; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven disloqueren; iets verplaatsen; opschuiven; overplaatsen; plaats maken; roeren; standplaats veranderen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
vertagen opschorten; opschuiven; rekken; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven verdagen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
verlegen bedeesd; beschroomd; bleu; geremd; ingehouden; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen

Wiktionary Translations for voor zich uitschuiven:


Cross Translation:
FromToVia
voor zich uitschuiven prokrastinieren procrastinate — put off; to delay taking action

Related Translations for voor zich uitschuiven