Summary
Dutch to German: more detail...
- voorschoot:
- voorschieten:
-
Wiktionary:
- voorschoot → Schürze
- voorschieten → vorschießen
Dutch
Detailed Translations for voorschoot from Dutch to German
voorschoot:
-
de voorschoot (schort; sloof; werkschort; schortje)
Translation Matrix for voorschoot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Schürze | schort; schortje; sloof; voorschoot; werkschort | hes; kiel; loshangend kort overkleed; overgooier |
Related Words for "voorschoot":
Wiktionary Translations for voorschoot:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorschoot | → Schürze | ↔ tablier — Pièce de toile que l’on met sur les habits pour les préserver tout en travaillant. |
voorschieten:
-
voorschieten
vorstrecken; auslegen-
vorstrecken verbe (strecke vor, streckst vor, streckt vor, streckte vor, strecktet vor, vorgestreckt)
-
Conjugations for voorschieten:
o.t.t.
- schiet voor
- schiet voor
- schiet voor
- schieten voor
- schieten voor
- schieten voor
o.v.t.
- schoot voor
- schoot voor
- schoot voor
- schoten voor
- schoten voor
- schoten voor
v.t.t.
- heb voorgeschoten
- hebt voorgeschoten
- heeft voorgeschoten
- hebben voorgeschoten
- hebben voorgeschoten
- hebben voorgeschoten
v.v.t.
- had voorgeschoten
- had voorgeschoten
- had voorgeschoten
- hadden voorgeschoten
- hadden voorgeschoten
- hadden voorgeschoten
o.t.t.t.
- zal voorschieten
- zult voorschieten
- zal voorschieten
- zullen voorschieten
- zullen voorschieten
- zullen voorschieten
o.v.t.t.
- zou voorschieten
- zou voorschieten
- zou voorschieten
- zouden voorschieten
- zouden voorschieten
- zouden voorschieten
diversen
- schiet voor!
- schiet voor!
- voorgeschoten
- voorschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorschieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
auslegen | voorschieten | accentueren; belichten; klaar leggen; ophelderen; opklaren; toelichten; uitgooien; uitspreiden; uitwerpen; van plan zijn; verduidelijken; verhelderen; verklaren |
vorstrecken | voorschieten |
Wiktionary Translations for voorschieten:
voorschieten
verb
-
einen Geldbetrag im Voraus geben