Summary
Dutch to German: more detail...
- voortrekken:
-
Wiktionary:
- voortrekken → bevorzugen, den Vorzug geben, vorziehen, Vorzug
Dutch
Detailed Translations for voortrekken from Dutch to German
voortrekken:
-
voortrekken (iemand begunstigen; voorschuiven)
-
voortrekken (bevoordelen; begunstigen; voorschuiven)
begünstigen; bevorrechten; bevorzugen-
bevorrechten verbe (bevorrechte, bevorrechtest, bevorrechtet, bevorrechtete, bevorrechtetet, bevorrechtet)
Conjugations for voortrekken:
o.t.t.
- trek voor
- trekt voor
- trekt voor
- trekken voor
- trekken voor
- trekken voor
o.v.t.
- trok voor
- trok voor
- trok voor
- trokken voor
- trokken voor
- trokken voor
v.t.t.
- heb voorgetrokken
- hebt voorgetrokken
- heeft voorgetrokken
- hebben voorgetrokken
- hebben voorgetrokken
- hebben voorgetrokken
v.v.t.
- had voorgetrokken
- had voorgetrokken
- had voorgetrokken
- hadden voorgetrokken
- hadden voorgetrokken
- hadden voorgetrokken
o.t.t.t.
- zal voortrekken
- zult voortrekken
- zal voortrekken
- zullen voortrekken
- zullen voortrekken
- zullen voortrekken
o.v.t.t.
- zou voortrekken
- zou voortrekken
- zou voortrekken
- zouden voortrekken
- zouden voortrekken
- zouden voortrekken
diversen
- trek voor!
- trekt voor!
- voorgetrokken
- voortrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voortrekken:
Synonyms for "voortrekken":
Related Definitions for "voortrekken":
Wiktionary Translations for voortrekken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voortrekken | → bevorzugen; den Vorzug geben; vorziehen | ↔ aimer mieux — préférer, aimer une chose par préférence à une autre. |
• voortrekken | → vorziehen; bevorzugen; Vorzug | ↔ préférer — Mettre au-dessus, aimer mieux, se déterminer en faveur d’une personne, d’une chose plutôt que d’une autre. |