Dutch

Detailed Translations for werknemer from Dutch to German

werknemer:

werknemer [de ~ (m)] nom

  1. de werknemer (personeelslid; medewerker; klerk; )
    der Mitarbeiter; der Betriebsangehörige; die Mitarbeiterin
  2. de werknemer (arbeidskracht; werkkracht)
    der Arbeitnehmer; die Arbeitskraft
  3. de werknemer
  4. de werknemer
    der Mitarbeiter

Translation Matrix for werknemer:

NounRelated TranslationsOther Translations
Arbeitnehmer arbeidskracht; werkkracht; werknemer employé; geëmployeerde; werknemer in loondienst
Arbeitskraft arbeidskracht; werkkracht; werknemer aandrift; arbeider; arbeidskracht; arbeidsvermogen; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; macht; mankracht; momentum; personeel; puf; staf; vermogen; werker; werkkracht; werklust; werkman; werkvermogen; werkzaamheid
Betriebsangehörige arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
Mitarbeiter arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; helper; hulp; kantoorbediende; klerk; secondant
Mitarbeiterin arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer kantoorbediende; klerk; medewerkster; stafmedewerkster
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Angestellter werknemer

Related Words for "werknemer":


Related Definitions for "werknemer":

  1. wie bij een persoon, bedrijf of organisatie werkt1
    • bij deze fabriek werken 200 werknemers1

Wiktionary Translations for werknemer:


Cross Translation:
FromToVia
werknemer Arbeitnehmer; Angestellte; Angestellter employee — individual who provides labor to a company or another person
werknemer Angestellter employé — Personne rétribuer pour produire un travail au sein d’une entreprise ou d’une administration.

Related Translations for werknemer