Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate zaadje

Translate zaadje from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

zaadje:
- Samenkorn
zaad:
- Keim; Samen; Sperma; Saatgut
Wiktionary:
- zaad → Samen, Sperma
- zaad → Same, Samen, Saat, Sperma, Generation, Nachkommenschaft, Nachwuchs, Korn

Dutch

Detailed Translations for zaadje from Dutch to German

zaadje:

zaadje [het ~] nom

het zaadje (zaadkorrel)
Samenkorn
- Samenkorn [das ~] nom

Translation Matrix for zaadje:

Noun	Related Translations	Other Translations
Samenkorn	zaadje; zaadkorrel

Related Words for "zaadje":

zaad

zaad:

zaad [het ~] nom

het zaad (kiem)
der Keim; der Samen
- Keim [der ~] nom
- Samen [der ~] nom
het zaad (sperma)
Sperma; der Samen
- Sperma [das ~] nom
- Samen [der ~] nom
het zaad
Saatgut
- Saatgut [das ~] nom

Translation Matrix for zaad:

Noun	Related Translations	Other Translations
Keim	kiem; zaad	basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt
Saatgut	zaad	zaaigoed; zaaizaad
Samen	kiem; sperma; zaad
Sperma	sperma; zaad

Related Words for "zaad":

zaden, zaadje

Synonyms for "zaad":

sperma

Related Definitions for "zaad":

vocht uit teelballen van man waarmee eitjes van vrouw bevrucht kunnen worden¹
- je hebt zaad van een man nodig om zwanger te worden¹

Wiktionary Translations for zaad:

zaad

noun

een bevruchte kiem waaruit een nieuwe plant van dezelfde soort groeit
- zaad → Samen
zaadcellen uit de mannelijke geslachtsorganen van een mens of een dier
- zaad → Samen; Sperma

Cross Translation:

From	To	Via
• zaad	→ Same; Samen; Saat	↔ seed — fertilized grain
• zaad	→ Samen; Sperma	↔ seed — semen
• zaad	→ Saat	↔ seminal — of or relating to seed or semen
• zaad	→ Generation; Nachkommenschaft; Nachwuchs	↔ descendance — progéniture, ensemble des individus issus d’une reproduction sexuée ou asexuée.
• zaad	→ Samen; Same; Korn	↔ graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.
• zaad	→ Samen; Sperma; Same	↔ semence — grain que l’on semer. — note : Il se dit particulièrement du froment, du seigle, de l’orge, de l’avoine et de quelques autres céréales.
• zaad	→ Samen; Sperma	↔ sperme — physiologie\|fr liquide émis lors de l’éjaculation et produit par les organes génital masculins. Il contient des spermatozoïdes en suspension dans le liquide séminal.

¹Muiswerk Woordenboek