Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ziften:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ziften from Dutch to German

ziften:

ziften verbe (zift, ziftte, ziftten, gezift)

  1. ziften (doorzijgen; zeven; filteren; filtreren)
    sieben; filtrieren; filtern
    • sieben verbe (siebe, siebst, siebt, siebte, siebtet, gesiebt)
    • filtrieren verbe (filtriere, filtrierst, filtriert, filtrierte, filtriertet, gefiltriert)
    • filtern verbe (filtre, filterst, filtert, filterte, filtertet, gefiltert)
  2. ziften (selecteren; kiezen; uitzoeken; )
    auswählen; selektieren; heraussuchen; sieben; herauspicken; sichten; auslesen; sortieren
    • auswählen verbe (wähle aus, wählst aus, wählt aus, wählte aus, wähltet aus, ausgewählt)
    • selektieren verbe (selektiere, selektierst, selektiert, selektierte, selektiertet, selektiert)
    • heraussuchen verbe (suche heraus, suchst heraus, sucht heraus, suchte heraus, suchtet heraus, herausgesucht)
    • sieben verbe (siebe, siebst, siebt, siebte, siebtet, gesiebt)
    • herauspicken verbe (picke heraus, pickst heraus, pickt heraus, pickte heraus, picktet heraus, herausgepickt)
    • sichten verbe (sichte, sichtest, sichtet, sichtete, sichtetet, gesichtet)
    • auslesen verbe (lese aus, liest aus, las aus, last aus, ausgelesen)
    • sortieren verbe (sortiere, sortierst, sortiert, sortierte, sortiertet, sortiert)

Conjugations for ziften:

o.t.t.
  1. zift
  2. zift
  3. zift
  4. ziften
  5. ziften
  6. ziften
o.v.t.
  1. ziftte
  2. ziftte
  3. ziftte
  4. ziftten
  5. ziftten
  6. ziftten
v.t.t.
  1. heb gezift
  2. hebt gezift
  3. heeft gezift
  4. hebben gezift
  5. hebben gezift
  6. hebben gezift
v.v.t.
  1. had gezift
  2. had gezift
  3. had gezift
  4. hadden gezift
  5. hadden gezift
  6. hadden gezift
o.t.t.t.
  1. zal ziften
  2. zult ziften
  3. zal ziften
  4. zullen ziften
  5. zullen ziften
  6. zullen ziften
o.v.t.t.
  1. zou ziften
  2. zou ziften
  3. zou ziften
  4. zouden ziften
  5. zouden ziften
  6. zouden ziften
diversen
  1. zift!
  2. zift!
  3. gezift
  4. ziftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ziften:

VerbRelated TranslationsOther Translations
auslesen kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aflezen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; selectie toepassen; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitverkiezen; uitvezelen; uitzoeken; verkiezen
auswählen kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aflezen; kiezen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; selectie toepassen; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitverkiezen; uitvezelen; uitzoeken; verkiezen
filtern doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften doorsijpelen; filteren; laten doorsijpelen; percoleren
filtrieren doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften doorsijpelen; filteren; laten doorsijpelen; percoleren
herauspicken kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aflezen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; peuteren; pulken; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
heraussuchen kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aflezen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
selektieren kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; selectie toepassen; uitpluizen; uitrafelen; uitverkiezen; uitvezelen; uitzoeken; verkiezen
sichten kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aflezen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
sieben doorzijgen; filteren; filtreren; kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; zeven; ziften aflezen; laten doorsijpelen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; percoleren; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
sortieren kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aflezen; arrangeren; ficheren; groeperen; indelen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; ordenen; sorteren; systematiseren; uitlezen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
OtherRelated TranslationsOther Translations
sieben zeven

Wiktionary Translations for ziften:

ziften
verb
  1. de grote van de kleine deeltjes scheiden met behulp van een zeef

Cross Translation:
FromToVia
ziften sieben sift — to separate or scatter (things) as if by sieving