Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zuur maken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zuur maken from Dutch to German

zuur maken:

zuur maken verbe

  1. zuur maken (doen verzuren)
    säuern
    • säuern verbe (säuere, säuerst, säuert, säuerte, säuertet, gesäuer)

Translation Matrix for zuur maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
säuern doen verzuren; zuur maken aanzuren; zuurder maken

Wiktionary Translations for zuur maken:


Cross Translation:
FromToVia
zuur maken sauer machen; säuern; ansäuern aigrirrendre aigre.

Related Translations for zuur maken