Dutch

Detailed Translations for bedwingen from Dutch to English

bedwingen:

bedwingen verbe (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)

  1. bedwingen (in bedwang houden; beteugelen)
    to restrain; to suppress; keep under control; to control
  2. bedwingen (beheersen; beteugelen; matigen; bedaren; intomen)
    to control; to moderate; to subdue; to keep back
    • control verbe (controls, controlled, controlling)
    • moderate verbe (moderates, moderated, moderating)
    • subdue verbe (subdues, subdued, subdueing)
    • keep back verbe (keeps back, kept back, keeping back)
  3. bedwingen (in bedwang houden; onderdrukken; terughouden; beteugelen)
    to suppress; to revoke; to withhold; to subdue; to retract; keep in control; to recant; to keep back; to pulverize; to take back; to rub fine; to crush; to pulverise
    • suppress verbe (suppresss, suppressed, suppressing)
    • revoke verbe (revokes, revoked, revoking)
    • withhold verbe (withholds, withheld, withholding)
    • subdue verbe (subdues, subdued, subdueing)
    • retract verbe (retracts, retracted, retracting)
    • recant verbe (recants, recanted, recanting)
    • keep back verbe (keeps back, kept back, keeping back)
    • pulverize verbe, américain (pulverizes, pulverized, pulverizing)
    • take back verbe (takes back, took back, taking back)
    • rub fine verbe (rubs fine, rubbed fine, rubbing fine)
    • crush verbe (crushes, crushed, crushing)
    • pulverise verbe, britannique

Conjugations for bedwingen:

o.t.t.
  1. bedwing
  2. bedwingt
  3. bedwingt
  4. bedwingen
  5. bedwingen
  6. bedwingen
o.v.t.
  1. bedwong
  2. bedwong
  3. bedwong
  4. bedwongen
  5. bedwongen
  6. bedwongen
v.t.t.
  1. heb bedwongen
  2. hebt bedwongen
  3. heeft bedwongen
  4. hebben bedwongen
  5. hebben bedwongen
  6. hebben bedwongen
v.v.t.
  1. had bedwongen
  2. had bedwongen
  3. had bedwongen
  4. hadden bedwongen
  5. hadden bedwongen
  6. hadden bedwongen
o.t.t.t.
  1. zal bedwingen
  2. zult bedwingen
  3. zal bedwingen
  4. zullen bedwingen
  5. zullen bedwingen
  6. zullen bedwingen
o.v.t.t.
  1. zou bedwingen
  2. zou bedwingen
  3. zou bedwingen
  4. zouden bedwingen
  5. zouden bedwingen
  6. zouden bedwingen
diversen
  1. bedwing!
  2. bedwingt!
  3. bedwongen
  4. bedwingende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bedwingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
control afstelknop; beheer; beheersing; bescherming; bestrijding; besturing; besturingselement; bewaking; controle; hoede; mate van bekwaamheid; surveillance; toezicht; voogdij; zeggenschap; zelfbeheersing; zorg
revoke veronachtzaming; verwaarlozing
VerbRelated TranslationsOther Translations
control bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; intomen; matigen bekijken; beproeven; bezichtigen; controleren; examineren; inbinden; inspecteren; keuren; manipuleren; onder gezag brengen; onderwerpen; onderzoeken; overhoren; schouwen; temmen; testen; toetsen; zich bedwingen
crush bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden fijn drukken; fijndrukken; fijnmaken; kapotdrukken; leegknijpen; persen; platdrukken; platmaken; pletten; uitpersen; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren; vijzelen
keep back bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; intomen; matigen; onderdrukken; terughouden beheersen; inhouden; inslikken; rustig blijven
keep in control bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden
keep under control bedwingen; beteugelen; in bedwang houden
moderate bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen bemakkelijken; besparen; dempen; geld besparen; matigen; met mate gebruiken; minder gebruiken; simplificeren; temperen; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen; zich matigen
pulverise bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden fijn drukken; fijnmaken; kapotdrukken; platdrukken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
pulverize bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden fijn drukken; fijnmaken; kapotdrukken; platdrukken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
recant bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen
restrain bedwingen; beteugelen; in bedwang houden achterhouden; afhouden; beheersen; beletten; beteugelen; dempen; ervanaf houden; geen afstand doen van; houden; inhouden; intomen; matigen; temperen; weerhouden; zich matigen
retract bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden
revoke bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen
rub fine bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden fijnmaken; platdrukken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
subdue bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; intomen; matigen; onderdrukken; terughouden temmen
suppress bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden achterhouden; bemantelen; de kop indrukken; onderdrukken; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
take back bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden
withhold bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden beheersen; inhouden; inslikken; rustig blijven
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
moderate billijk; gematigd; geschikt; getemperd; middelmatige; moderaat; redelijk; schappelijk

Wiktionary Translations for bedwingen:

bedwingen
verb
  1. onderwerpen of onderdrukken
  2. in bedwang houden
bedwingen
verb
  1. overpower
  2. to hold back

Related Translations for bedwingen