Dutch

Detailed Translations for hoofd from Dutch to English

hoofd:

hoofd [het ~] nom

  1. het hoofd (hoofd van een mens; bol)
    the head; the sphere; the head of a human being
  2. het hoofd (hoofdeinde)
    the head
  3. het hoofd (aanhef; titel)
    the beginning of a letter; the beginning
  4. het hoofd (aanvoerder; leider; hoofdman)
    the leader; the headman; the centurion; the chief; the captain; the commander
  5. het hoofd (schoolhoofd; schooldirecteur; rector; hoofdonderwijzer)
    the principal; the rector; the head teacher
  6. het hoofd (chef; baas; werkbaas; voorman)
    the superior; the chief; the head; the boss; the leader
  7. het hoofd (chef; baas)
    the boss
  8. het hoofd (opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman)
    the tribal chief; the head; the chieftain; the chief; the leader

hoofd adj

  1. hoofd (voornaamste)

Translation Matrix for hoofd:

NounRelated TranslationsOther Translations
beginning aanhef; hoofd; titel aanheffen; aansnijden; aanvang; aanvangen; begin; beginne; beginnen; entameren; inzet; inzetten; opening; start
beginning of a letter aanhef; hoofd; titel
boss baas; chef; hoofd; voorman; werkbaas baas; bazin; directeur; gebiedster; meerdere; meester; meesteres; patroon; superieur
captain aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider aanvoerster; bestuurder; bevelhebber; captain; commandant; directeur; gezagvoerder; kapitein; kopstuk; leerkracht; leidster; leidsvrouw; leraar; manager; meester; onderwijzer; overste; pedant; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; schoolmeester; vliegtuigkapitein; voorvrouw; voorzitter
centurion aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider honderdman
chief aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdleider; hoofdman; leider; opperhoofd; stamhoofd; voorman; werkbaas aanvoerster; baas; bestuurder; kopstuk; leidster; leidsvrouw; manager; meerdere; meester; patroon; superieur; voorvrouw; voorzitter
chieftain hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd
commander aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider aanvoerder; baas; beheerser; bestuurder; bevelhebber; commandant; gebieder; kapitein; kopstuk; manager; meester; overste; voorzitter
head baas; bol; chef; hoofd; hoofd van een mens; hoofdeinde; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd; voorman; werkbaas kop; kopzin; krop; opeengepakte bladeren
head of a human being bol; hoofd; hoofd van een mens
head teacher hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
headman aanvoerder; hoofd; hoofdman; leider ploegbaas; voorman; werkmeester
leader aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdleider; hoofdman; leider; opperhoofd; stamhoofd; voorman; werkbaas baas; begeleider; bestuurder; gids; groepsleider; kopman; kopstuk; leider; leidsman; lijstaanvoerder; loods; manager; meerdere; meester; opvulteken; patroon; pees; superieur; voorzitter; zeen
principal hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd baas; beveiligingsprincipal; directrice; hoofdschuldige; lastgever; meerdere; meester; opdrachtgever; opdrachtgevers; patroon; principal; superieur
rector hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
sphere bol; hoofd; hoofd van een mens bol; bolletje; gebied; globe; gordel; regio; streek; terrein; territorium; zone
superior baas; chef; hoofd; voorman; werkbaas
tribal chief hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd
- kop
VerbRelated TranslationsOther Translations
head knotten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
chief cruciaal; kardinaal; voornaamst
principal hoofd; voornaamste cruciaal; kardinaal; voornaamst
superior aanmatigend; arrogant; hautain; heel mooi; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; superieur; uit de hoogte; uitgelezen; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen

Related Words for "hoofd":


Synonyms for "hoofd":


Related Definitions for "hoofd":

  1. wie de leiding heeft1
    • wie is het hoofd van de afdeling?1
  2. bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc.1
    • ik zag het hoofd van Jan boven het hek uit komen1

Wiktionary Translations for hoofd:

hoofd
noun
  1. een belangrijk lichaamsdeel, helemaal bovenaan het lichaam, waarin zich de hersenen en de meeste zintuigen bevinden
  2. iemand die gezag heeft over anderen
  3. golfbreker bij haveningang
hoofd
noun
  1. leader or chief
  2. topmost or leading part
  3. part of the body
  4. descriptive title or heading of (part of) a document

Cross Translation:
FromToVia
hoofd head; director; leader Leiter — Person, die etwas leitet beziehungsweise als verantwortlicher Vorgesetzter in leitender Position steht
hoofd column; category; heading; rubric rubrique — (histoire) médecine|fr terre rouge dont les chirurgiens se servaient autrefois pour étancher le sang et pour faire des emplâtres siccatifs.
hoofd head; pate tête — anatomie|fr partie supérieure du corps, qui est le siège du cerveau et des principaux organes des sens, et qui, chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, tenir au reste du corps par le cou.

Related Translations for hoofd