Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. oprollen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oprollen from Dutch to English

oprollen:

oprollen verbe (rol op, rolt op, rolde op, rolden op, opgerold)

  1. oprollen (opstropen)
    to roll up; to turn up
    • roll up verbe (rolls up, rolled up, rolling up)
    • turn up verbe (turns up, turned up, turning up)

Conjugations for oprollen:

o.t.t.
  1. rol op
  2. rolt op
  3. rolt op
  4. rollen op
  5. rollen op
  6. rollen op
o.v.t.
  1. rolde op
  2. rolde op
  3. rolde op
  4. rolden op
  5. rolden op
  6. rolden op
v.t.t.
  1. heb opgerold
  2. hebt opgerold
  3. heeft opgerold
  4. hebben opgerold
  5. hebben opgerold
  6. hebben opgerold
v.v.t.
  1. had opgerold
  2. had opgerold
  3. had opgerold
  4. hadden opgerold
  5. hadden opgerold
  6. hadden opgerold
o.t.t.t.
  1. zal oprollen
  2. zult oprollen
  3. zal oprollen
  4. zullen oprollen
  5. zullen oprollen
  6. zullen oprollen
o.v.t.t.
  1. zou oprollen
  2. zou oprollen
  3. zou oprollen
  4. zouden oprollen
  5. zouden oprollen
  6. zouden oprollen
en verder
  1. ben opgerold
  2. bent opgrold
  3. is opgerold
  4. zijn opgerold
  5. zijn opgerold
  6. zijn opgerold
diversen
  1. rol op!
  2. rolt op!
  3. opgerold
  4. oprollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for oprollen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
roll up oprollen; opstropen samenvouwen
turn up oprollen; opstropen boven water komen; hoger draaien; omhoogdraaien; omhoogschroeven; op zijn pootjes terechtkomen; opdraaien; opduiken; weer verschijnen

Related Definitions for "oprollen":

  1. er een rol van maken1
    • ik rolde de strook papier op1
  2. opheffen door iedereen gevangen te nemen1
    • de politie rolde de drugsbende op1

Wiktionary Translations for oprollen:

oprollen
verb
  1. zich ~, tot een rol vormen
  2. ergens een rol van maken
  3. een (semi-)georganiseerde groep arresteren
oprollen
verb
  1. wind into loops
  2. wind into regular rings
  3. to wrap round on itself
  4. to bind or involve by winding

Cross Translation:
FromToVia
oprollen roll; roll up; wind; wind up; wrap round; wrap enroulerrouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.