Summary
Dutch
Detailed Translations for stuwen from Dutch to English
stuwen:
-
stuwen (voortstuwen; vooruitduwen)
-
stuwen (voortstuwen; opstuwen)
Conjugations for stuwen:
o.t.t.
- stuw
- stuwt
- stuwt
- stuwen
- stuwen
- stuwen
o.v.t.
- stuwde
- stuwde
- stuwde
- stuwden
- stuwden
- stuwden
v.t.t.
- heb gestuwd
- hebt gestuwd
- heeft gestuwd
- hebben gestuwd
- hebben gestuwd
- hebben gestuwd
v.v.t.
- had gestuwd
- had gestuwd
- had gestuwd
- hadden gestuwd
- hadden gestuwd
- hadden gestuwd
o.t.t.t.
- zal stuwen
- zult stuwen
- zal stuwen
- zullen stuwen
- zullen stuwen
- zullen stuwen
o.v.t.t.
- zou stuwen
- zou stuwen
- zou stuwen
- zouden stuwen
- zouden stuwen
- zouden stuwen
en verder
- ben gestuwd
- bent gestuwd
- is gestuwd
- zijn gestuwd
- zijn gestuwd
- zijn gestuwd
diversen
- stuw!
- stuwt!
- gestuwd
- stuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stuwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
move on | stuwen; voortstuwen; vooruitduwen | aanhouden; continueren; doorgaan; gaan; inrukken; lopen; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; stappen; verdergaan; vervolgen; voortbewegen; voortgaan; voortzetten; zich voortbewegen |
propel | opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen | voortbewegen |
Related Words for "stuwen":
Wiktionary Translations for stuwen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stuwen | → drive | ↔ treiben — dazu zwingen, sich in eine bestimmte Richtung zu bewegen |
• stuwen | → stow | ↔ arrimer — marine|fr distribuer, arranger convenablement et placer avec solidité à l’intérieur d’un bâtiment les divers objets qui composer sa charge, sa cargaison. |
• stuwen | → bar; obstruct; cross out; strike out; impacted molar; lock; dam; exclude; block; delete; stem | ↔ barrer — fermer avec une barre par-derrière. |
stuw:
-
de stuw (keerdam; stuwdam; waterkering; dam)
Translation Matrix for stuw:
Noun | Related Translations | Other Translations |
barrage | dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering | gordijnvuren; spervuren |
dam | dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering | afsluitdijk; dam; dijk |
weir | dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dam | beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren |