Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: aftellen

Dutch and English Search Results for: aftellen

Summary

Dutch to English: more detail...

aftellen:
- count down; counting; count
- count off; pay with the exact money; count; count out
Wiktionary:
- aftellen → countdown
- aftellen → countdown
- aftellen → subtract, abstract, take away, remove, seize, take, cut off, cut, curtail, retrench, slash, truncate, deduct, count down, write off

Dutch

Detailed Translations for aftellen from Dutch to English

aftellen:

aftellen [znw.] nom

aftellen (aftelling voor lancering; aftelling)
the count down; the counting; the count
- count down [the ~] nom
- counting [the ~] nom
- count [the ~] nom

aftellen verbe (tel af, telt af, telde af, telden af, afgeteld)

aftellen (geld afpassen; passen)
to count off; pay with the exact money; to count; to count out
- count off verbe (counts off, counted off, counting off)
- pay with the exact money verbe
- count verbe (counts, counted, counting)
- count out verbe (counts out, counted out, counting out)

Conjugations for aftellen:

o.t.t.

tel af
telt af
telt af
tellen af
tellen af
tellen af

o.v.t.

telde af
telde af
telde af
telden af
telden af
telden af

v.t.t.

heb afgeteld
hebt afgeteld
heeft afgeteld
hebben afgeteld
hebben afgeteld
hebben afgeteld

v.v.t.

had afgeteld
had afgeteld
had afgeteld
hadden afgeteld
hadden afgeteld
hadden afgeteld

o.t.t.t.

zal aftellen
zult aftellen
zal aftellen
zullen aftellen
zullen aftellen
zullen aftellen

o.v.t.t.

zou aftellen
zou aftellen
zou aftellen
zouden aftellen
zouden aftellen
zouden aftellen

diversen

tel af!
telt af!
afgeteld
aftellende

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aftellen:

Noun	Related Translations	Other Translations
count	aftellen; aftelling; aftelling voor lancering	optelling; samentelling; som; tel; tellen; telling
count down	aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
counting	aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
Verb	Related Translations	Other Translations
count	aftellen; geld afpassen; passen	gelden; tellen; van kracht zijn
count off	aftellen; geld afpassen; passen	tellen
count out	aftellen; geld afpassen; passen
pay with the exact money	aftellen; geld afpassen; passen

Wiktionary Translations for aftellen:

aftellen

verb

to count down
- countdown → aftellen

noun

a count backward to the time of some event
- countdown → aftellen; aftelling

Cross Translation:

From	To	Via
• aftellen	→ subtract; abstract; take away; remove; seize; take; cut off; cut; curtail; retrench; slash; truncate; deduct; count down; write off	↔ retrancher — Traductions à vérifier et à trier

External Machine Translations: