Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toestoppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toestoppen from Dutch to English

toestoppen:

toestoppen verbe (stop toe, stopt toe, stopte toe, stopten toe, toegestopt)

  1. toestoppen
    to tuck in; to tuck up
    • tuck in verbe (tucks in, tucked in, tucking in)
    • tuck up verbe (tucks up, tucked up, tucking up)

Conjugations for toestoppen:

o.t.t.
  1. stop toe
  2. stopt toe
  3. stopt toe
  4. stoppen toe
  5. stoppen toe
  6. stoppen toe
o.v.t.
  1. stopte toe
  2. stopte toe
  3. stopte toe
  4. stopten toe
  5. stopten toe
  6. stopten toe
v.t.t.
  1. heb toegestopt
  2. hebt toegestopt
  3. heeft toegestopt
  4. hebben toegestopt
  5. hebben toegestopt
  6. hebben toegestopt
v.v.t.
  1. had toegestopt
  2. had toegestopt
  3. had toegestopt
  4. hadden toegestopt
  5. hadden toegestopt
  6. hadden toegestopt
o.t.t.t.
  1. zal toestoppen
  2. zult toestoppen
  3. zal toestoppen
  4. zullen toestoppen
  5. zullen toestoppen
  6. zullen toestoppen
o.v.t.t.
  1. zou toestoppen
  2. zou toestoppen
  3. zou toestoppen
  4. zouden toestoppen
  5. zouden toestoppen
  6. zouden toestoppen
en verder
  1. ben toegestopt
  2. bent toegestopt
  3. is toegestopt
  4. zijn toegestopt
  5. zijn toegestopt
  6. zijn toegestopt
diversen
  1. stop toe!
  2. stopt toe!
  3. toegestopt
  4. toestoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toestoppen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
tuck in toestoppen iemand instoppen; instoppen; smullen; toedekken
tuck up toestoppen

Wiktionary Translations for toestoppen:


Cross Translation:
FromToVia
toestoppen block; clog; stop up; choke; congest; fill; plug; stuff; tamp; stop; stopper boucher — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for toestoppen