Dutch
English
Detailed Translations for hangslot from English to Dutch
hangslot: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hang: hangen; afhangen; ophangen; opknopen
- slot: opening; gleuf; sleuf; kier
- lot: hoeveelheid; partij; garantie; borg; waarborg; onderpand; waarborgsom; waarborging; cautie; gebied; terrein; perceel; kavel; bouwterrein; lot; lotsbestemming; verdelen; verkavelen; kavelen; gebouw; pand; bouwwerk; hoop; berg; massa; overvloed; grote hoeveelheid; kluit; bende; menigte; horde; schare; drom; noodlot; ongelukkig lot; levenslot; aardig wat