Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vervelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vervelen from Dutch to English

vervelen:

vervelen verbe (verveel, verveelt, verveelde, verveelden, verveeld)

  1. vervelen
    be boring; to bore
  2. vervelen (irriteren; op de zenuwen werken; ergeren)
    to annoy; to irritate; cause irritation; to chafe; to vex; to give offence; to anger
    • annoy verbe (annoies, annoyed, annoying)
    • irritate verbe (irritates, irritated, irritating)
    • chafe verbe (chafes, chafed, chafing)
    • vex verbe (vexes, vexed, vexing)
    • give offence verbe (gives offence, gave offence, giving offence)
    • anger verbe (angers, angered, angering)

Conjugations for vervelen:

o.t.t.
  1. verveel
  2. verveelt
  3. verveelt
  4. vervelen
  5. vervelen
  6. vervelen
o.v.t.
  1. verveelde
  2. verveelde
  3. verveelde
  4. verveelden
  5. verveelden
  6. verveelden
v.t.t.
  1. heb verveeld
  2. hebt verveeld
  3. heeft verveeld
  4. hebben verveeld
  5. hebben verveeld
  6. hebben verveeld
v.v.t.
  1. had verveeld
  2. had verveeld
  3. had verveeld
  4. hadden verveeld
  5. hadden verveeld
  6. hadden verveeld
o.t.t.t.
  1. zal vervelen
  2. zult vervelen
  3. zal vervelen
  4. zullen vervelen
  5. zullen vervelen
  6. zullen vervelen
o.v.t.t.
  1. zou vervelen
  2. zou vervelen
  3. zou vervelen
  4. zouden vervelen
  5. zouden vervelen
  6. zouden vervelen
diversen
  1. verveel!
  2. verveelt!
  3. verveeld
  4. vervelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vervelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
anger boosheid; giftigheid; gramschap; kwaadheid; razernij; toorn; verbolgenheid; woede
bore diameter; geitenbreier; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; middellijn; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
VerbRelated TranslationsOther Translations
anger ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen verstoren; vertoornen
annoy ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen aanstoot geven; choqueren; schokken; shockeren; storen
be boring vervelen
bore vervelen aanboren; boren
cause irritation ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen
chafe ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen
give offence ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen aanstoot geven; choqueren; schokken; shockeren
irritate ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen
vex ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden

Antonyms for "vervelen":


Related Definitions for "vervelen":

  1. hem niet boeien1
    • dat boek verveelt mij1
  2. je naar voelen omdat je niets leuks te doen hebt1
    • mijn broer verveelt zich altijd in de vakantie1

Wiktionary Translations for vervelen:

vervelen
verb
  1. zich ~: niet weten wat te doen
vervelen
verb
  1. irritate
  2. bother or vex; to mortify
  3. to be vexed; to fret; to be irritated
  4. to inspire boredom
  5. to disturb or irritate

Cross Translation:
FromToVia
vervelen bore; tire; weary fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.
vervelen bore; tire; weary lasser — désuet|fr rendre las.