Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: datum

Dutch and English Search Results for: datum

Summary

Dutch to English: more detail...

datum:
- date
Wiktionary:
- datum → date
- datum → date

English to Dutch: more detail...

datum:
- Wiktionary:
  datum → gegeven
- Synonyms for "datum":
  data point; information

Dutch

Detailed Translations for datum from Dutch to English

datum:

datum [de ~ (m)] nom

de datum (dagtekening)
the date
- date [the ~] nom

Translation Matrix for datum:

Noun	Related Translations	Other Translations
date	dagtekening; datum	afgesproken ontmoeting; afspraak; dadel; jaartal; liaison; tijdstip
Verb	Related Translations	Other Translations
date		dagtekenen; dateren; omgaan met; verkeren

Related Words for "datum":

datums

Related Definitions for "datum":

dag, maand en jaar¹
- de datum op dat pak melk is al verlopen¹

Wiktionary Translations for datum:

datum

noun

een tijdsaanduiding die bestaant uit een dag(nummer), een maand en een jaar
- datum → date

datum

noun

point of time at which a transaction or event takes place
- date → datum
that which specifies the time of writing, inscription etc.
- date → datum

Cross Translation:

From	To	Via
• datum	→ date	↔ date — indication du temps où une lettre écrire, où un acte passer, etc.

Related Translations for datum

uiterste datum

English

Detailed Translations for datum from English to Dutch

datum:

Translation Matrix for datum:

Noun	Related Translations	Other Translations
-	data point

Related Words for "datum":

data

Synonyms for "datum":

data point; information

Related Definitions for "datum":

an item of factual information derived from measurement or research²

Wiktionary Translations for datum:

datum

noun

een bekend geval of feit
- gegeven → datum