Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verraad:
  2. verraden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verraad from Dutch to English

verraad:

verraad [het ~] nom

  1. het verraad (felonie; trouweloosheid)
    the betrayal; the treachery; the treason

Translation Matrix for verraad:

NounRelated TranslationsOther Translations
betrayal felonie; trouweloosheid; verraad
treachery felonie; trouweloosheid; verraad
treason felonie; trouweloosheid; verraad

Related Definitions for "verraad":

  1. niet trouw zijn of uitleveren aan de vijand1
    • hij pleegde verraad toen hij zijn buurman aangaf1

Wiktionary Translations for verraad:

verraad
noun
  1. het schenden van trouw
verraad
noun
  1. providing aid and comfort to the enemy

Cross Translation:
FromToVia
verraad betrayal; treason Verrat — Weitergabe von Informationen ohne das Einverständnis des Betroffenen
verraad treason félonie — désuet|fr sentiment ou manière d’agir d’un vassal félon vis-à-vis de son seigneur.

verraad form of verraden:

verraden verbe (verraad, verraadt, verried, verrieden, verraden)

  1. verraden (uitbrengen; verklikken; verklappen; )
    to betray; to squeak; to inform against; peach; to squeal; to give away
    • betray verbe (betraies, betrayed, betraying)
    • squeak verbe (squeaks, squeaked, squeaking)
    • inform against verbe (informs against, informed against, informing against)
    • peach verbe
    • squeal verbe (squeals, squealled, squealling)
    • give away verbe (gives away, gave away, giving away)
  2. verraden (verklikken; verklappen; klikken; verlinken)
    to reveal; to squeal; to disclose; to blab; to give away; to inform against
    • reveal verbe (reveals, revealed, revealing)
    • squeal verbe (squeals, squealled, squealling)
    • disclose verbe (discloses, disclose, disclosing)
    • blab verbe (blabs, blabbed, blabbing)
    • give away verbe (gives away, gave away, giving away)
    • inform against verbe (informs against, informed against, informing against)
  3. verraden (verklappen; doorslaan)
    to tip the scales; to blurt out; to blab; to let slip out
    • tip the scales verbe (tips the scales, tipped the scales, tipping the scales)
    • blurt out verbe (blurts out, blurted out, blurting out)
    • blab verbe (blabs, blabbed, blabbing)
    • let slip out verbe (lets slip out, let slip out, letting slip out)

Conjugations for verraden:

o.t.t.
  1. verraad
  2. verraadt
  3. verraadt
  4. verraden
  5. verraden
  6. verraden
o.v.t.
  1. verried
  2. verried
  3. verried
  4. verrieden
  5. verrieden
  6. verrieden
v.t.t.
  1. heb verraden
  2. hebt verraden
  3. heeft verraden
  4. hebben verraden
  5. hebben verraden
  6. hebben verraden
v.v.t.
  1. had verraden
  2. had verraden
  3. had verraden
  4. hadden verraden
  5. hadden verraden
  6. hadden verraden
o.t.t.t.
  1. zal verraden
  2. zult verraden
  3. zal verraden
  4. zullen verraden
  5. zullen verraden
  6. zullen verraden
o.v.t.t.
  1. zou verraden
  2. zou verraden
  3. zou verraden
  4. zouden verraden
  5. zouden verraden
  6. zouden verraden
diversen
  1. verraad!
  2. verraadt!
  3. verraden
  4. verradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verraden:

NounRelated TranslationsOther Translations
give away weggeven
peach beminde; dot; duifje; hartekind; hartje; liefje; liefste; lieve; perzik; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes; troeteltje
squeak pieptoon
squeal gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
VerbRelated TranslationsOther Translations
betray aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden beschamen; teleurstellen; vertrouwen schenden
blab doorslaan; klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; flappen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; overbrieven; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uit de school klappen; uitflappen; verklikken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
blurt out doorslaan; verklappen; verraden uitflappen
disclose klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; klikken; ontpoppen; reveleren; verklappen
give away aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; vergiffenis schenken; verklappen; weggeven; wegschenken
inform against aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
let slip out doorslaan; verklappen; verraden uitflappen
peach aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
reveal klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; klikken; ontdekken; ontpoppen als; ontsluieren; ontwaren; openbaren; opsporen; reveleren; verklappen; zich uiten
squeak aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden piepen
squeal aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden blaffen; brullen; huilen; janken; keffen; klikken; krijsen; uitgieren; uitgillen; uitkrijsen; verklappen
tip the scales doorslaan; verklappen; verraden

Wiktionary Translations for verraden:

verraden
verb
  1. een geheim prijsgeven
verraden
verb
  1. To prove unreliable or impractical; to abandon or desert, to fail to follow through
  2. betray
  3. to show or to indicate
  4. to disclose or discover
  5. to prove faithless or treacherous
  6. to violate the confidence of, by disclosing a secret
  7. to deliver into the hands of an enemy
  8. act the traitor toward

Cross Translation:
FromToVia
verraden betray trahir — Faire une perfidie à quelqu’un ; lui manquer de foi.